Klas 3 periode 3 - formatieve toets

1. Yo _______(conducir) el coche.
timer
0:15
1 / 19
next
Slide 1: Open question
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

1. Yo _______(conducir) el coche.
timer
0:15

Slide 1 - Open question

2. Kies de juiste vervoeging van het werkwoord:
La tienda _________ (ofrecer) rebajas
A
ofrezco
B
ofrece

Slide 2 - Quiz

3. Ellas ______________ (naar bed gaan) a las once.
A
se acostan
B
se acuestan
C
les acuestan
D
se acuesta

Slide 3 - Quiz

4. ¿Qué hora es?

Slide 4 - Open question

5. ¿Qué hora es?

Slide 5 - Open question


6. Het is ... uur vertaal je met son las ....
Behalve bij 1 uur, dan vertaal je met es la...
(want 1 is enkelvoud, 2 t/m 12 is meervoud)
A
verdadero
B
falso

Slide 6 - Quiz

7. Het is ... uur vertaal je met es la/son las ....
Om .... uur vertaal je met a la/a las.......
A
verdadero
B
falso

Slide 7 - Quiz

8. Vertaal wat tussen haakjes staat:
(om drie uur) terminan mis cases. (geen hoofdletters of punten)

Slide 8 - Open question

9. Vertaal wat tussen haakjes staat:
Salgo de casa (om half negen)
(geen hoofdletters en punt)

Slide 9 - Open question

10. Trappen van vergelijking
Jouw auto is net zo mooi als de mijne.
A
tanto bonito que
B
tan bonito que
C
tan bonito como
D
tanto bonito como

Slide 10 - Quiz

11. Trappen van vergelijking
Kies de juiste vertaling
Jouw cijfer is beter dan mijn cijfer.
A
más buena que
B
mejor que
C
peor que
D
mucho bueno que

Slide 11 - Quiz

12. Vertaal wat tussen haakjes staat:
Ana es tan (knap als) Maribel

Slide 12 - Open question

13. Trappen van vergelijking
Kies de juiste vertaling.
Een koffie is net zo duur als een thee.
A
tanto caro como
B
menos caro como
C
más caro que
D
tan caro como

Slide 13 - Quiz

14. Vertaal wat tussen haakjes staat:
Mi padre es (rustiger dan) mi madre

* rustig = tranquilo

Slide 14 - Open question

15. Vervoeg levantarse in de ik-vorm
(geen hoofletter of punt)

Slide 15 - Open question

18. Vervoeg ponerse in de vosotros vorm

Slide 16 - Open question

19. Vervoeg acostarse in de ik vorm(let op o wordt ue)

Slide 17 - Open question

20. Vertaal: Ik heb me gedoucht
(begin de zin met een hoofdletter)

Slide 18 - Open question

21. Vertaal: Jij hebt je aangekleed
(Begin de zin met een hoofdletter)

Slide 19 - Open question