2G Gefixt 5 april les 5 script schrijven

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programma
Warming up
Wat leer je?
Gefixt les 5-> script schrijven
Jeugdjournaal

Slide 2 - Slide

Wie is jouw idool?
Leg uit waarom

Slide 3 - Open question

Gefixt les 5 -> script schrijven


     Creatieve schrijfopdracht:       Je gaat leren hoe je een script schrijft

Slide 4 - Slide

Wat staat er in een script?

  • acties
  • dialogen
  • omgeving
  • personages

Slide 5 - Slide

Acties
Alles wat je ziet en hoort en wat van belang is in het verhaal.    

Bijvoorbeeld:
Victor pakt Simone vast en kust haar op de wang.
De trein vertrekt van het station.
Said rent weg van het vuur. 

Slide 6 - Slide

Dialogen
Met de dialogen bedoelen we alle tekst die in de film gesproken wordt. Je gebruikt hiervoor spreektaal. Als je dit opschrijft, moet je in gedachte de scène voor je zien en letterlijk opschrijven wat de acteur zegt. 
Soms, als het echt heel belangrijk is, kun je erbij zetten hoe iets gezegd moet worden, bijvoorbeeld fluisterend, boos, blij.

Slide 7 - Slide

Omgeving
Waar speelt de scene zich af. Dit moet je heel specifiek doen, bijvoorbeeld: voor de ingang van het Rijksmuseum. Je geeft de sfeer van de ruimte aan: een saai, leeg klaslokaal, een modern ingerichte woonkamer, een rommelige slaapkamer, een bos.
Je moet ook beschrijven op welk moment van de dag de scène zich afspeelt, bijvoorbeeld overdag of ’s avonds.

Slide 8 - Slide

Personages
Alle personen die te zien zijn in de film moet je beschrijven. Beschrijf alleen de zaken die belangrijk zijn, bijvoorbeeld kledingstijl of leeftijd. Het is vaak ook handig om wat karaktereigenschappen (ongeduldig, verlegen) van de personages te geven. Doe dat zeker van de hoofdpersonen, dan weet de acteur beter wat er van hem verwacht wordt

Slide 9 - Slide

Voorbeeldscript
We bekijken samen een voorbeeld van een script

Daarna ga je aan de slag.
Je doet deze opdracht in tweetal
Schrijf je script op in Word
Print dit script

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide