Economische crisis

Het Interbellum
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Het Interbellum

Slide 1 - Slide

Wie vochten er aan het einde van de Eerste Wereldoorlog niet?
A
Duitsland
B
Frankrijk
C
Amerika
D
Rusland

Slide 2 - Quiz

Wat is collectivisatie?
A
Gezamenlijk protesteren tegen de overheid
B
Vakbonden die opkomen voor de rechten van werknemers
C
Het in staat van paraatheid brengen van het leger
D
Samenvoegen van boerenbedrijven tot een groot bedrijf

Slide 3 - Quiz

Wat is een vijfjarenplan?
A
De regering gaat in 5 jaar een planeconomie starten.
B
In 5 jaar gaan ze het land opnieuw organiseren
C
De regering bepaald wat er in de komende 5 jaar wordt geproduceerd.
D
Ze gaan een 5 jaren planning maken om het land beter te maken

Slide 4 - Quiz

Wat is NIET waar over het Stalinisme?
A
Voor een grapje over Stalin werd je al zwaar gestraft
B
Iedereen wist dat Stalin achter de executies en verbanningen zat
C
Stalins oude kameraden uit de tijd van Lenin werden werden gedood
D
Kinderen werden aangemoedigd hun ouders te verraden

Slide 5 - Quiz

Wat was de oplossing voor de hyperinflatie?
A
Anschluss
B
Bijdrukken van geld
C
Collaboratie
D
Dawesplan

Slide 6 - Quiz

In welk jaar kwam er een einde aan de Eerste Wereldoorlog?
A
1918
B
1919
C
1945
D
2023

Slide 7 - Quiz

Wat was de naam van het verdrag dat een einde maakte aan de Eerste Wereldoorlog?
A
Verdrag van Versailles
B
Verdrag van Parijs
C
Verdrag van Trianon
D
Verdrag van Brest-Litovsk

Slide 8 - Quiz

Wat stond er NIET in het verdrag van Versailles?
A
Duitsland mag nog maar 1.000.000 soldaten hebben
B
Duitsland moet herstelbetalingen doen
C
Duitsland moet 20% van het land afstaan
D
Duitsland mocht geen oorlogsvloot meer hebben

Slide 9 - Quiz

De Republiek van Weimar
A
Is een parlementaire democratie geregeerd met alle vertrouwen van het volk
B
Is een absolute monarchie geregeerd door een groep extremistische partijen
C
Is een parlementaire democratie geregeerd met weinig vertrouwen van het volk
D
Is een absolute monarchie geregeerd met weinig vertrouwen van het volk

Slide 10 - Quiz

Wat is hyperinflatie
A
geld wordt heel snel meer waard
B
geld wordt heel snel minder waard
C
mensen willen graag oorlog voeren
D
het kabinet van Duitsland overlegt

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Beurskrach
Een beurskrach of beurscrash is een plotselinge grote daling van de koersen van aandelen op de beurs.

 Een beurskrach kan leiden tot een economische crisis in dit geval: 
Economische Wereldcrisis (van de 'jaren 30)

Slide 13 - Slide

Beurskrach

Slide 14 - Slide

Economische crisis 1929
Duitsland wordt extra hard getroffen door de economische crisis:

- nog bezig om de schade van de Eerste Wereldoorlog te betalen
- lening Dawesplan + rente moest terug (om hun eigen economie te kunnen 
   versterken tegen de crisis)
- veel Duitsers verliezen hun baan, weinig uitkering 
    --> grote ontevredenheid over regering (VvV)
6 miljoen van de ongeveer 63 miljoen mensen werkeloos. 

Slide 15 - Slide

Nederland crisis
  • Problemen in Nederland door crisis 1929. 
  • Regering Colijn:   Aanpassingspolitiek, oftewel bezuinigen.
  • Regering Colijn was geen succes --> ontstaan van nieuwe partijen.
  • Een van die partijen was de Nationaalsocialistische Beweging.

Slide 16 - Slide

Werkverschaffings-projecten
  • Net als in andere landen probeert de overheid werklozen aan werk te helpen met werkverschaffingsprojecten.
  • Kanalen graven, parken aanleggen
  • Grote projecten, bv Amsterdams Bos en de Afsluitdijk helpen mannen aan werk en een beetje inkomen.
  • Weigeren betekende geen inkomen

Slide 17 - Slide

Wat betekent werkverschaffing
A
Het laten werken van de werklozen onder toezicht van een directeur
B
Het laten werken van de werklozen in kampen
C
Het laten werken van de werklozen voor de overheid in ruil voor steun
D
Het laten werken van de werklozen zonder toezicht

Slide 18 - Quiz

Wanneer was de Amerikaanse beurscrash?
A
september 1928
B
oktober 1929
C
november 1929
D
november 1933

Slide 19 - Quiz

Door welke gebeurtenis ontstaat er begin jaren 30 een economische crisis in Duitsland?
A
bezetting Ruhrgebied door Frankrijk
B
mislukte push van Hitler
C
beurscrash in New York
D
hyperinflatie

Slide 20 - Quiz