Les 3: Startrekenen Vooraf - Breuken

BREUKEN
1 / 48
next
Slide 1: Slide
WiskundeBasisschoolGroep 7

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

BREUKEN

Slide 1 - Slide

Wat weten we nog?

Slide 2 - Slide

21en84

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Welke breuk is gelijkwaardig aan:
A
2/6
B
2/3
C
2/8
D
1/2

Slide 6 - Quiz

Welke breuk is gelijkwaardig aan:
A
3/4
B
1/2
C
3/7
D
1/3

Slide 7 - Quiz

Welke breuk is gelijkwaardig aan 1/2?
A
4/8
B
26/50
C
9/14
D
10/12

Slide 8 - Quiz

Welke breuk is gelijkwaardig aan 1/5?
A
5/15
B
6/12
C
3/15
D
20/25

Slide 9 - Quiz

Welke breuk is gelijkwaardig aan 1/3?
A
5/15
B
2/9
C
3/15
D
20/25

Slide 10 - Quiz

Welke breuk is gelijkwaardig aan 1/5?
Er zijn meerder antwoorden mogelijk!
A
5/15
B
2/10
C
3/15
D
20/100

Slide 11 - Quiz

                     en door...

Slide 12 - Slide

Na deze les:
  • Kun je gelijknamige breuken optellen en aftrekken

Slide 13 - Slide

Breuken optellen 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Alleen de teller wordt bij elkaar opgeteld.
52+51=53
De noemers zijn gelijk, namelijk 5. 
Hier verandert niks aan.

Slide 16 - Slide

Even oefenen met gelijknamige breuken optellen......

Slide 17 - Slide

Hoeveel is 3/6 erbij 2/6?
A
5/12
B
1/6
C
5/6
D
1/12

Slide 18 - Quiz

Hoeveel is 3/7 erbij 2/7?
A
5/14
B
6/14
C
5/7
D
6/7

Slide 19 - Quiz

42+41=
63+62=
2012+204=
82+82=
43
65
2016
84
83
4016
164
125
123

Slide 20 - Drag question

Even oefenen met gelijknamige breuken aftrekken......

Slide 21 - Slide

Hoeveel is 3/7 eraf 2/7?
A
1/14
B
5/14
C
1/7
D
5/7

Slide 22 - Quiz

Hoeveel is 5/6 eraf 2/6?
A
3/6
B
7/12
C
3/12
D
7/6

Slide 23 - Quiz

108102=
2015209=
129122=
1614166=
106
206
127
168
107
164
6
7
8

Slide 24 - Drag question

Hoeveel is 2/5 + 1/5?

A
3/10
B
3/5
C
3/25
D
4/5

Slide 25 - Quiz

hoeveel is 2/9 + 4/9?
A
4/7
B
6/18
C
6/9
D
8/9

Slide 26 - Quiz

Hoeveel is 4/6 + 2/6?
A
1/6
B
6/12
C
5/6
D
1

Slide 27 - Quiz

Hoeveel is 3/8 + 1/8?
A
1/2
B
4/16
C
7/8
D
4/8

Slide 28 - Quiz

41+42=43
Let goed op: de noemers blijven dus altijd hetzelfde!

Slide 29 - Slide


83+84=........
A
1/8
B
7/4
C
8/7
D
7/8

Slide 30 - Quiz


52+53=......
A
5/5
B
5/3
C
1
D
5/2

Slide 31 - Quiz

wat is 2/9 + 4/18 ? (denk aan het verkleinen van breuken)
A
94
B
188
C
32
D
3616

Slide 32 - Quiz


63+61=........?
A
4/12
B
2/3
C
2/12
D
4/6

Slide 33 - Quiz


Wat is vereenvoudigen ook alweer?

Slide 34 - Open question

Nog even oefenen:
vereenvoudig

105
A
1/10
B
1/2
C
5/2

Slide 35 - Quiz

Let dus goed op!
Je MOET een breuk altijd zo ver mogelijk
VEREENVOUDIGEN !
83+81=84=21

Slide 36 - Slide

wat is 2/9 + 4/18 ? (denk aan het verkleinen van breuken)
A
94
B
188
C
32
D
3616

Slide 37 - Quiz


83+81=.......
A
2/8
B
4/8
C
1/2
D
4/16

Slide 38 - Quiz


53+51=................?
A
4/5
B
4/10
C
2/5

Slide 39 - Quiz



Rekenen met hele breuken !
55=1
33=1
88=1

Slide 40 - Slide

31+32=1

Slide 41 - Slide

152=53

Slide 42 - Slide

Reken uit:

164=

Slide 43 - Open question


1107=

Slide 44 - Open question

Reken uit:

164=
A
1/3
B
4/6
C
2/6
D
6/4

Slide 45 - Quiz


53+.....=1
A

Slide 46 - Quiz

Denk je dat je nu weet hoe je breuken moet optellen?
A
nee
B
alleen gelijknamige breuken
C
ik kan het bijna
D
ja

Slide 47 - Quiz

We did it!!!!

Slide 48 - Slide