Les 3 - Literaire genres

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

 Literaire genres

Leerdoel

Aan het einde van de les heb je de literaire genres herhaald en begrijp je de functies van genres.

Voorbeelden genres

Biografische roman

Sportliteratuur

Oorlogsverhaal

Satire

Sociale roman

Misdaad

Thriller

Waargebeurd

Wat zijn literaire genres?

In Kern: 'Genres verwijzen naar verzamelingen van teksten die op grond van bepaalde overeenkomsten onder één noemer kunnen worden gebracht.' 

De teksten komen overeen qua vorm, inhoud of doelgroep.

 Genre = verhaalsoort

De meest voorkomende genres:

• misdaad
• historisch
• oorlog
• psychologisch
• fantasy
• science fiction
• griezel
• avonturen
• detective


• humor

Roman = geen genre!

Roman betekent niet dat een verhaal over liefde gaat

Roman = de tekst is verzonnen.

Genres helpen de lezer

• Het helpt je het juiste boek te zoeken
  

Genres helpen de schrijver

• Het helpt je om het boek op een bepaalde manier te schrijven 
  

• Misdaadroman
  
• Psychologische roman
  

• Rebellie, Liefde, School
  
• Ouders en Kinderen 
  
• Ziekte en dood
  

Opdracht 1

• Pak je chrome book en log in 
  
• Ga naar lezenvoordelijst.nl > leerlingen > 15-18 jaar > doe de niveautest
• noteer het niveau dat uit de test komt

Opdracht 2

1. Ga naar de site lezenvoordelijst (alle boeken voor 15-18 jaar)

2. Zoek in de catalogus naar je eigen niveau (min. niveau 2)  > kies een genre en/of onderwerp

3. Je kunt het boek lenen in de mediatheek of bibliotheek (gratis lidmaatschap tot 18 jaar!)

4. Noteer in de volgende slide het boek van je voorkeur 

Leg uit waarom je dit boek je aanspreekt

Zorg dat je deze resultaten ziet

Welk boek heb je gevonden? En waarom lijkt het je een interessant boek?

Wat zijn literaire genres? Geef enkele voorbeelden?

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Waarom delen we boeken in op genres?

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.