Literatuur / grammatica les 5

Lesdoelen
- Je leest in Zonder titel
- Je frist je kennis van zinsontleding op
- Je leert wat  de literaire begrippen thema en genre inhouden
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Lesdoelen
- Je leest in Zonder titel
- Je frist je kennis van zinsontleding op
- Je leert wat  de literaire begrippen thema en genre inhouden

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
- Lezen Zonder titel (25 min)
- Uitleg: literaire begrippen thema en genre (5 min)
- Uitleg zinsontleding (5 min)
- Zelfstandig werken (25 min)
- Afsluiting (5 min)


Slide 2 - Slide

Lezen H33 - H37
Personages:
- uiterlijke kenmerken
- karaktereigenschappen
Perspectief
Tijd
Ruimte 
Spanning

Slide 3 - Slide

Literaire begrippen
Thema en genre

Slide 4 - Slide

Thema
Het thema van een roman is het onderwerp waar de roman uiteindelijk over gaat; datgene waar het in het verhaal om draait. Uiteraard komen er meestal meerdere thema’s voor binnen een boek.

Hoe formuleer je dat thema nou?
Zo kernachtig en abstract mogelijk. Kreten als ‘Oorlog’ of ‘liefde’ zijn niet genoeg. Deze woorden geven niet weer waar het in het verhaal om draait. Gebruik minimaal een zin of een woordgroep, maar geen samenvatting. Zorg er ook voor dat je in het thema niet de namen van de hoofdpersonen vermeldt, want dan is het geen abstracte formulering meer.

Slide 5 - Slide

Thema Alaska
Vriendschap is mogelijk, ondanks geheimen en gevoelens van schaamte of jaloezie tussen mensen.

Slide 6 - Slide

Genre 
- Thematische genres
- Genres op vorm

Slide 7 - Slide

Thematische genres
Thriller,   Fantasy,   Science fiction
Detective,   Humor,    Young adult,  Liefdesverhalen
Oorlog en verzet,  Sprookjes,   Historische romans

Slide 8 - Slide

Genres op vorm
Gedicht,    Kort verhaal, Autobiografie,  Roman,   Novelle,    Drama,  Cabaret, Sprookjes,  Stripverhaal

Slide 9 - Slide

Vul thema en genre in voor Zonder titel

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Lijdend voorwerp (lv)
- is de persoon die iets overkomt 
- of het voorwerp dat iets ondergaat
- begint nooit met een voorzetsel
Stappenplan 
1. PV 
2. OW
3. WG
4. Wie/wat + WG+onderwerp

Slide 12 - Slide

Bijwoordelijke bepaling

Slide 14 - Slide

Aan de slag
Vul thema en genre in bij de Literaire begrippen.
Maak de oefenopdrachten Zinsontleding

Slide 15 - Slide