klas 3 oefening kijken/luisteren

Oefening Kijken en luisteren
Klas 3
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefening Kijken en luisteren
Klas 3

Slide 1 - Slide

Waarop let je om een kijk- of luisterfragment goed te kunnen begrijpen? Er kunnen meerdere antwoorden goed zijn.
A
wat het onderwerp is
B
welk doel het programma heeft
C
welke signaalwoorden worden gebruikt
D
hoe de presentator praat

Slide 2 - Quiz

Bekijk een aflevering van NOS Stories
Duur van het fragment: 05:48
Maak aantekeningen.
Beantwoord daarna de vragen. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wat is het onderwerp van dit fragment?
A
gokken tegenover online gokken
B
gokverslavingen
C
online gokkende jongeren
D
verslavingen van jongeren

Slide 5 - Quiz

Welke twee deelvragen stelt presentator Jeroen?
A
Hoe kan het dat online gokken zo makkelijk gaat en waarom onderneemt de overheid geen actie tegen gokbureaus?
B
Hoe kan het dat online gokken zo makkelijk gaat en waarom krijg je de winst bijna nooit uitbetaald?
C
Waarom is online gokken zo verslavend en waarom onderneemt de overheid geen actie tegen gokbureaus?
D
Waarom is online gokken zo verslavend en waarom krijg je de winst bijna nooit uitbetaald?

Slide 6 - Quiz

Waar bevinden de presentatoren Maxime en Jeroen zich?
A
in een online goksite
B
in een gokhal
C
in een televisiestudio
D
op de kermis

Slide 7 - Quiz

Hoe kan het dat je online kunt gokken onder de 18 jaar?
A
De regels voor online gokken zijn soepeler dan voor gewoon gokken.
B
Je kunt een oudere vriend gemakkelijk voor je laten inloggen.
C
Je kunt liegen over je leeftijd en een valse ID laten zien.
D
Je kunt liegen over je leeftijd en hoeft geen ID te laten zien.

Slide 8 - Quiz

De presentatoren lezen stukken uit een anonieme verklaring voor. Is deze verklaring betrouwbaar?
A
Ja, want het programma is betrouwbaar en dus de verklaring ook.
B
Ja, want hij is afgelegd door een medewerker van een goksite.
C
Nee, want hij is anoniem en je weet dus niet van wie hij afkomstig is.
D
Nee, want je krijgt de bron niet in beeld te zien.

Slide 9 - Quiz

Welke uitspraak is waar?
A
Het online gokspel is illegaal, maar je mag het wel spelen.
B
De kansspelautoriteit dacht dat er weinig kinderen online gokten.

Slide 10 - Quiz

Vindt Maxime het eerlijk dat een jongere die online gokt zijn geld kwijt is? Leg je antwoord uit.

Slide 11 - Open question

Waarom mag Nikle zijn verhaal doen?
A
Hij is een felle tegenstander van online gokken.
B
Hij is een voorbeeld van een jongere die online gokte.
C
Hij vertegenwoordigt jongeren die gokverslaafd zijn.
D
Hij vindt het onzin dat jongeren niet mogen gokken.

Slide 12 - Quiz

Waarom staat er niets in de wet over online gokken?
A
De wet over gokken komt uit 1964 en toen bestond het internet nog niet.
B
Gokken is niet belangrijk genoeg om in het wetboek te zijn opgenomen.
C
Goksites zitten vaak in het buitenland en vallen niet onder de Nederlandse wet.
D
Online gokken is een onderdeel van gewoon gokken en dat staat wel in de wet.

Slide 13 - Quiz

Op welke manier sluiten de presentatoren het fragment af?
A
met een conclusie
B
met een grap
C
met een samenvatting
D
met een toekomstverwachting

Slide 14 - Quiz

Wat is het doel van dit fragment?
A
amuseren
B
iets laten doen
C
informatie geven
D
overtuigen

Slide 15 - Quiz

Is het onderzoek van Maxime en Jeroen betrouwbaar? Leg je antwoord uit.

Slide 16 - Open question