ZM1 clase 4

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
4:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
4:00

Slide 1 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
ONZE LES VANDAAG...
-Huiswerk check

-Snel flashback, werkwoorden.

-TENER, HABLAR, LLAMARSE VERVOEGEN IN TEGENWOORDIGE TIJD.

-Oefening Test.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

                  EL VERBO SER SE USA:
Ser wordt gebruikt voor situaties die permanent of langdurig zijn. Bij een langdurige situatie kun je denken aan bijvoorbeeld een nationaliteit, of dat je student bent. Dit zijn situaties die kunnen veranderen, maar over het algemeen wel langdurig zijn.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld: Vervoeging hablar
               yo  hablo
                 tu   hablas
él,ella,usted habla
nosotros,nosotras hablamos
vosotros,vosotras habláis 
          ellos, ellas hablan
 REGELMATIG werkwoord eindigend in -AR 

yo 
hablo
tú 
hablas
él/ella/usted
habla
nosotros/as
hablamos
vosotros/as
habláis
ellos/ellas
hablan
HABLAR: REGELMATIG WERKWOORD EINDIGT -AR 1ª CONJUGACIÓN.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

habla
hablas
hablan
hablo
hablamos
Juan.......................español.
Mis amigos..........................mucho.
Tú ........................ neerlandés.
Yo............en catalán con mi familia.
En esta clase.......................en español.

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

El verbo TENER (HEBBEN) eidigend in-ER, 2ª conjugación
Yo
TENGO
Ik heb
TIENES
Jij hebt
El/Ella/Usted
TIENE
Hij/Zij/U heeft
Nosotros
Nosotras
TENEMOS
Wij hebben
Vosotros
Vosotras
TENÉIS
Jullie hebben
Ellos/Ellas
TIENEN
Ze hebben

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Gebruik van el Verbo Tener

Slide 7 - Slide

Escribid en vuestras libretas las palabras que los dibujos describen en vuestro idioma.
Zet de juiste vorm bij de persoonsvorm van 'tener'
pag. 21
yo
él
nosotros
vosotros
ellos
tienes
tenemos
tengo
tienen
tiene
tenéis

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions


¿QUÉ?
¿CÓMO?
¿CUÁL?
¿QUIÉN?
¿DÓNDE?
¿CUÁNDO?
¿CUÁNTO?
¿POR QUÉ?



WAT?
HOE?
WELKE?
WIE?
WAAR?
WANEER?
HOEVEEL?
WAAROM?
Pág. 26

Slide 9 - Slide

in Spaans begint je vraag altijd met INTERROACIÓN.

Slide 10 - Video

This item has no instructions

¡A practicar!
Yo (hablar)_______________
Tú (comer)_______________
Nosotros(escribir)_______________
Él (bailar)_______________
Ellos(beber)_______________
Vosotros(vivir)_______________

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

OEFENEN MET 
VOORBEELD TEST

Slide 12 - Slide

This item has no instructions


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

This item has no instructions

Hasta la semana que viene.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

ZM1 clase 4

Slide 15 - Slide

This item has no instructions