REK, P3 (P2 3R1A/B), 10%, 25%, 50%, 100%
voorbereiding voor de docent
kopiëren stappenplan
kopieën afronden
1 / 34
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1
This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
voorbereiding voor de docent
kopiëren stappenplan
kopieën afronden
Slide 1 - Slide
les-informatie
lesdoel uitleggen / oefenen / toetsen
past bij ffRekenen mbo 2
auteur MB
datum maart 2023
Slide 2 - Slide
rekenkaart
Relatie tussen breuk, verhouding, decimaal getal en percentage
1/4 van betekent delen door ....
1/10 van betekent delen door ....
>>>
Slide 3 - Slide
rekenkaart
Relatie tussen breuk, verhouding, decimaal getal en percentage
1/2 van betekent delen door ..2.. x 1
1/4 van betekent delen door ..4.. x 1
1/10 van betekent delen door ..10.. x 1
>>>
Slide 4 - Slide
rekenkaart
Relatie tussen breuk, verhouding, decimaal getal en percentage
1/2 = .... %
1/4 = .... %
1/10 = .... %
1/4 van betekent delen door ..4..
1/10 van betekent delen door ..10..
>>>
Slide 5 - Slide
rekenkaart
Relatie tussen breuk, verhouding, decimaal getal en percentage
1/2 = ..50.. %
1/4 = ..25.. %
1/10 = ..10.. % >>>
1/4 van betekent delen door ..4..
1/10 van betekent delen door ..10..
Slide 6 - Slide
rekenkaart
Relatie tussen breuk, verhouding, decimaal getal en percentage
50 % van = delen door ....
25 % van = delen door ....
10 % van = delen door .... >>>
1/4 van betekent delen door ..4..
1/10 van betekent delen door ..10..
Slide 7 - Slide
rekenkaart
Relatie tussen breuk, verhouding, decimaal getal en percentage
50 % van = delen door ..2..
25 % van = delen door ..4..
10 % van = delen door ..10.. >>>
1/4 van betekent delen door ..4..
1/10 van betekent delen door ..10..
Slide 8 - Slide
1%
herhaling
1% van 57 appels
de berekening:
57 : 100 x 1 = 0,57 appel
Dat is ruim een halve appel.
ruim - een beetje meer dan
Slide 9 - Slide
10 %
Beantwoorden via LessonUp. >>>
10 % van 200 mango's is beurs.
OF
200 : 100 x 10 =
2 x 10 = .... mango's
OF
10% = 1/10 = delen door ....
200 : .... = .... mango's >>>
Slide 10 - Slide
10 % van 200 mango's is beurs
timer
1:00
A
2
B
20
C
200
D
2000
Slide 11 - Quiz
10 %
10 % van 200 mango's is beurs
OF
200 : 100 x 10 =
2 x 10 = 20 mango's
OF
10% = 1/10 = delen door 10
200 : 10 = 20 mango's
Slide 12 - Slide
25 %
25 % van 40 auto's is blauw. >>>
OF
40 : 100 x 25 =
0,4 x 25 = ....
OF
25 % = 1/4 van = delen door ....
40 : .... = ....
Slide 13 - Slide
25 % van 40 auto's is blauw
timer
1:00
A
25
B
4
C
10
D
2,5
Slide 14 - Quiz
25 %
25 % van 40 auto's is blauw.
OF
40 : 100 x 25 =
0,4 x 25 = 10 auto's
OF
25 % = 1/4 van = delen door 4
40 : 4 = 10 auto's
Slide 15 - Slide
50 %
en logisch afronden
50 % van 789 mensen wil lang zelfstandig wonen. >>>
OF
789 : .... x .... = 394,5
OF
50 % = .../... = delen door ...
789 : ....
Slide 16 - Slide
50 % van 789 mensen wil lang zelfstandig wonen
timer
1:00
A
78,9
B
394,5
C
200
D
39,45
Slide 17 - Quiz
50 %
en logisch afronden
50 % van 789 mensen wil lang zelfstandig wonen
OF
789 : 100 x 50 = 394,5 mensen 394,5
OF
50 % = 1/2 = delen door 2
789 : 2 = 394,5 mensen
Maar omdat we geen halve mensen willen, moeten we afronden naar .....
Slide 18 - Slide
50 %
en logisch afronden
50 % van 789 mensen wil lang zelfstandig wonen
OF
789 : 100 x 50 = 394,5 mensen 394,5
OF
50 % = 1/2 = delen door 2
789 : 2 = 394,5 mensen
Maar omdat we geen halve mensen willen, moeten we afronden naar 395 mensen.
Slide 19 - Slide
oefenen met de aanpak van context-opgaven
tekst en rekenen
A. de opgave splitsen in info en vraag
1- Lees tekst. Bepaal of je onbekende woorden moet opzoeken.
2- Welke gegevens zijn er in de info-tekst en de afbeelding?
3- Welke gegevens zijn er in de vraag?
4- Wat moet ik doen bij de vraag?
B. nadenken over een oplossing
5- Welke berekeningen kunnen bij de info en de vraag passen?
C. 6- de berekening(en) maken
D. 7- controleren of het zou kunnen wat ik heb uitgerekend
Slide 20 - Slide
ffRekenen Procenten gebruiken
Procenten
Slide 21 - Slide
100 %
het percentage = aantal procenten
Een percentage van 100 % betekent
alles, in totaal, compleet, het geheel, bij elkaar, helemaal, allemaal.
>>>
Slide 22 - Slide
percentages wel en niet
Indien je 23% korting krijgt, hoef je 23% niet te betalen en moet je 100%-23%=77% wel betalen.
Als 18% van de aanwezigen een dikke trui draagt,
draagt 100%-18% = 82% geen dikke trui.
84% van de kinderen lust geen spruitjes,
dus 100%-84%= 16% lust wel spruitjes.
Slide 23 - Slide
de sticker-korting
De klant krijgt een
aantal stickers waar
een kortingspercentage op staat.
De klant kiest zelf op welk product de sticker geplakt wordt.
Slide 24 - Slide
kies nu wat bij je past
- of zelfstandig aan de gang met de leereenheid
10 %, 25 %, 50 % , 100%
- of met de docent een reken-opdracht oefenen
Slide 25 - Slide
Stap A.1 Lees en bekijk de afbeelding. Geef nog geen reactie.
Bedenk welke onbekende woorden je hier moet opzoeken.
Je plakt de sticker voor 50% korting op de matras.
Hoeveel korting krijg je bij de aankoop van deze matras?
matras pocketveer
120 x 200 cm
€ 399,00
Slide 26 - Slide
A. de opgave splitsen in info en vraag
2- Welke gegevens zijn er in de info-tekst en de afbeelding?
3- Welke gegevens zijn er in de vraag?
Je plakt de sticker voor 50% korting op de matras.
Hoeveel korting krijg je bij de aankoop van deze matras?
info
50% korting
€ 399,00
vraag
korting
(dus niet hoeveel je moet betalen!)
Slide 27 - Slide
stappenplan aanpak context-opgave bij rekenen
Wat ga je bij stap 4 doen?
Slide 28 - Slide
A4- Wat moet ik doen bij de vraag?
de vraag:
Hoeveel euro korting?
de taak
- 50% van € 399,00 uitrekenen
Slide 29 - Slide
B. 5- nadenken over een oplossing van de vraag:
50 % van = 1/2 van = delen door 2
Slide 30 - Slide
C 6- de berekeningen maken
OF
50 % van = delen door 2€ 399,00 : 2 = € 199,50
De korting bedraagt € 199,50 .
OF
€ 399,00 : 100 x 50 = € 199,50
De korting bedraagt € 199,50 .
Slide 31 - Slide
D 7- controleren of het antwoord zou kunnen kloppen
schatten
€ 399,00 is ongeveer € 400,00
50 % van 400 = 200
€ 200,00 is ongeveer € 199,50
Het antwoord is waarschijnlijk goed.
Slide 32 - Slide
aan de slag
Bekijk de filmpjes en maak de opgaven
van ffRekenen.
Procenten gebruiken
Procenten
10 %, 25 %, 50 %, 100 %
Slide 33 - Slide
Kies wat nu het beste voor je is.
- zelfstandig werken in ffRekenen online
- nog een rekenopdracht doen met de docent
Slide 34 - Slide
More lessons like this
Procenten
- Lesson with 29 slides by Economics
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3,4
Economie voor vmbo
Handig rekenen met procenten korting
- Lesson with 18 slides by Numo
RekenenMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1
Numo
Een getal berekenen met procenten
- Lesson with 18 slides by Economics
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3,4
Economie voor vmbo
