Na deze les weet je 5W+ h vragen over nieuwsitems te herkennen , en kun je een voorbereide presentatie geven.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
This lesson contains 14 slides, with text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
Na deze les weet je 5W+ h vragen over nieuwsitems te herkennen , en kun je een voorbereide presentatie geven.
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Terugblik Wat weten we nog van het stellen van vragen/ open en gesloten vragen?
-Huiswerk bespreken en opdrachten afmaken
Open vraag=
op een open vraag kan iemand uitgebreid antwoord geven. De vraag begint met een vraagwoord. Bijvoorbeeld; Waarom, wanneer, hoe,welke, waar.
Slide 2 - Slide
Wat bedoelen ze met een gesloten vraag?
Slide 3 - Slide
Op een gesloten vraag kan iemand alleen met ja of nee antwoorden.
De vraag begint met een werkwoord.
Bijvoorbeeld: Heb je een hobby?
Slide 4 - Slide
Wat bedoelen ze met een open vraag?
Slide 5 - Slide
Op een open vraag kan iemand uitgebreid antwoord
geven.
De vraag begint met een vraagwoord.
Bijvoorbeeld: Waarom vind je lezen leuk?
Slide 6 - Slide
Soms krijg je niet meteen een duidelijk antwoord. Dan moet je doorvragen. Je stelt dan een vervolgvraag.
– Vraag om herhaling: Wil je dat nog een keer zeggen?
– Vraag om een voorbeeld: Kunt u een voorbeeld geven?
– Vraag om meer uitleg: Wat bedoel je precies met …?
Slide 7 - Slide
Een nieuwsprogramma is verdeeld in een opening, een middenstuk met diverse onderwerpen en een slot.
• In de opening vertelt de presentator kort de belangrijkste onderwerpen (items) die gaan komen. De presentator vertelt wat er aan de hand is en wie erbij betrokken is.
In het middenstuk komen de items aan bod. De presentator of een verslaggever gaat dieper op het nieuws in en vertelt waar, wanneer, waarom en hoe iets is gebeurd. Vaak interviewt de verslaggever iemand die erbij betrokken is geweest. •
Slide 8 - Slide
Het slot van de meeste nieuwsprogramma’s is het weerbericht. Daarna volgt soms nog een uitsmijter: een grappig of bijzonder nieuwsbericht.
Als je informatie uit een nieuwsprogramma wilt onthouden of gebruiken, is het handig om per onderwerp de 5w+h-vragen op te schrijven en te beantwoorden. Dan is je informatie zo volledig mogelijk.
De 5w+h-vragen zijn:
Slide 9 - Slide
Wat is er gebeurd?
Wie waren erbij betrokken?
Waar is het gebeurd?
Wanneer gebeurde het?
Waarom/Waardoor gebeurde het?
Hoe gebeurde het?
Slide 10 - Slide
Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?
Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................
Slide 11 - Slide
Nu zelfstandig aan de slag
Wat nu?
Voordat je aan de opdrachten begint, lees je eerst zelfstandig de theorie op blz. 55
Maken opdr. 1 t/m 5
Slide 12 - Slide
Aan de slag
Slide 13 - Slide
Opdracht: in 2 tallen=
Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd? Wat moet je onthouden? Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?
Opdracht: in 2 tallen=
Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd?
Wat moet je onthouden, is belangrijk?
Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?
Wat was het doel van de les en is het doel bereikt?