Het speciaal onderwijs is er voor leerlingen die specialistische of intensieve begeleiding nodig hebben.
Bijvoorbeeld omdat zij een handicap, chronische ziekte of stoornis hebben.
Cluster 1 geeft onderwijs aan leerlingen met een visuele beperking. Als je weinig tot geen gezichtsvermogen hebt, is het leren van braille noodzakelijk.
Cluster 2 geeft onderwijs aan leerlingen die doof of slechthorend zijn. Gebarentaal is een vervanging voor het spreken en dit wordt aangeboden op cluster 2 scholen.
Cluster 3 geeft onderwijs aan zeer moeilijk lerende, meervoudig beperkte en/of langdurig zieke kinderen. Omdat deze leerlingen extra zorg en ondersteuning nodig hebben, werken leraren binnen en buiten de klas samen met verschillende zorgverleners. Dat betekent veel afstemmen, plannen, keuzes maken en steeds opnieuw kijken wat de leerlingen nodig hebben.
Cluster 4 geeft les aan zeer moeilijk opvoedbare kinderen. Gedragsregels en omgangsregels zijn een belangrijk onderdeel binnen cluster 4 onderwijs. Het laten zien van je emoties en hoe je dit moet verwoorden, sluit hierbij aan.