LTK 2 - MODULE 5 week 2

1 / 16
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Week 2 – 14 maart
  • Inchecken
  • Lesplanning
  • Doelgroepen
  • Aan de slag
     Plan van aanpak teams bekijken

Slide 2 - Slide

Na vandaag
  • Kan je het verschil tussen het basisonderwijs en het speciaal onderwijs benoemen
  • Kan je de verschillende clusters binnen het speciaal onderwijs onderscheiden.
  • Is jouw plan van aanpak in teams gedeeld en besproken

Slide 3 - Slide

Speciaal (basis)onderwijs 

Slide 4 - Slide

Starter! Iedereen is anders
Jullie lopen in het klaslokaal door elkaar heen. Wanneer de docent dit aangeeft stop je met lopen. Ga in gesprek met het persoon dat op dit moment naast je staat over de twee onderstaande vragen. Na 1,5 minuut van uitwisseling lopen jullie weer verder om de onderstaande vragen met een andere klasgenoot uit te wisselen.



  •  Wat onderscheidde mij in mijn basisschooltijd van andere kinderen?
  • Hoe voelde het als andere klasgenoten dit niet accepteerden? 
timer
1:00

Slide 5 - Slide

Wat houdt de wet op passend onderwijs in?
A
Scholen moeten onderwijs bieden dat past bij elk kind op die school.
B
De school moet de hele dag op de leerlingen passen. Voor, onder en na schooltijd.
C
Dat alle leerlingen na hun basisschooltijd passen in de samenleving.
D
Alle kinderen moeten een plek krijgen op een school die past bij hun kwaliteiten en mogelijkheden

Slide 6 - Quiz

Waar denk jij aan bij speciaal onderwijs?

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Video

Wissel uit...
Welke verschillen tussen het basisonderwijs en het speciaal onderwijs heb je ontdekt in de video?




Slide 9 - Slide

Clusters Speciaal onderwijs

Cluster 1: blinde, slechtziende leerlingen;

Cluster 2: dove, slechthorende leerlingen of met een taal-spraakontwikkelingsstoornis;

Cluster 3: lichamelijk gehandicapte en/of verstandelijk gehandicapte en langdurig zieke leerlingen (somatisch)

Cluster 4: kinderen met psychische stoornissen en gedragsproblemen.

Slide 10 - Slide

Het speciaal onderwijs is er voor leerlingen die specialistische of intensieve begeleiding nodig hebben. 
Bijvoorbeeld omdat zij een handicap, chronische ziekte of stoornis hebben.

Cluster 1 geeft onderwijs aan leerlingen met een visuele beperking. Als je weinig tot geen gezichtsvermogen hebt, is het leren van braille noodzakelijk.

Cluster 2 geeft onderwijs aan leerlingen die doof of slechthorend zijn. Gebarentaal is een vervanging voor het spreken en dit wordt aangeboden op cluster 2 scholen.

Cluster 3 geeft onderwijs aan zeer moeilijk lerende, meervoudig beperkte en/of langdurig zieke kinderen. Omdat deze leerlingen extra zorg en ondersteuning nodig hebben, werken leraren binnen en buiten de klas samen met verschillende zorgverleners. Dat betekent veel afstemmen, plannen, keuzes maken en steeds opnieuw kijken wat de leerlingen nodig hebben.

Cluster 4 geeft les aan zeer moeilijk opvoedbare kinderen. Gedragsregels en omgangsregels zijn een belangrijk onderdeel binnen cluster 4 onderwijs. Het laten zien van je emoties en hoe je dit moet verwoorden, sluit hierbij aan.


Slide 11 - Slide

Tips voor de instructie
  • zoveel mogelijk beeldend te maken
  • weinig tekst
  • deze leerlingen leren door voordoen, samen doen en nadoen
  • Alles in kleine stapjes aanbieden met visuele ondersteuning. 
  • Hierbij weinig taal gebruiken zijn belangrijke dingen voor deze leerlingen

Slide 12 - Slide

Energizer!
Psychiatertje!
Twee leerlingen zijn de psychiaters en gaan de klas uit. De rest van de klas
spreekt af dat ze een bepaalde ‘kwaal’ hebben. Dat kan lichamelijk of geestelijk zijn. Een lichamelijke kwaal is bijvoorbeeld, dat iedereen aan zijn neus krabt als hem iets gevraagd wordt. Een geestelijke kwaal is bijvoorbeeld, dat je in al je antwoorden een kleur noemt. Dan komen de psychiaters terug en die mogen de leerlingen vragen stellen, bijvoorbeeld: “Wat heb je vandaag allemaal gedaan?” En in het antwoord moet dan de kwaal verwerkt zijn. Dus het kind krabt even aan zijn neus, of zegt: “Ik heb een mooie tekening gemaakt met mijn blauwe kleurpotlood.” De psychiaters moeten raden wat de kwaal is.
timer
5:00

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide


Hoe vond je het? 
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll