Mutaties

Ongeslachtelijke  en Gesl voortplanting/ Mutaties
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Ongeslachtelijke  en Gesl voortplanting/ Mutaties

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wanneer twee ongelijke genen van een genenpaar even sterk tot uiting komen in het fenotype heeft dit organisme een intermediair fenotype voor deze eigenschap.
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Lesdoelen mutaties:
  1. Je weet wat een mutatie is en hoe deze kan ontstaan
  2. Je kunt positieve en negatieve voorbeelden noemen van mutaties

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen Gesl en Ongesl voortplanten
Je benoemt manieren waarop zaadplanten zich ongeslachtelijk kunnen voortplanten.  
Je legt aan de hand een voorbeeld het verschil uit tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting bij zaadplanten.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is ongeslachtelijke voortplanting?
A
Voortplanting door seks
B
Voortplanting zonder seks
C
Voortplanting zonder geslachtscellen
D
Voortplanting met geslachtscellen

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Bij welk type voortplanting ontstaat altijd een nieuw genotype?
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Waardoor ontstaan geen veranderingen in het genotype?
A
Mutaties
B
Geslachtelijke voortplanting
C
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

ongeslachtelijke voortplanting bij planten: sleep de namen naar de bijbehorende afbeelding.
voortplanting dmv knollen
mitotische celdeling
voortplanting dmv wortelstokken
voortplanting dmv stekken
voortplanting dmv bollen
voortplanting dmv uitlopers

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

geslachtelijke voortplanting
ongeslachtelijke  voortplanting
kweker wil plant verbeteren
kweker wil meer van deze perfecte plant
Mensen willen nieuwe smaken tomaten
hondsdraf met nieuwe plantjes op uitlopers
het genotype moet veranderen
het genotype mag niet veranderen

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Mutatie
Een mutatie is een plotselinge verandering van het genotype

Eigenschappen van een cel kunnen veranderen


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Mutatie
Een individu van wie een gemuteerd gen tot uiting komt in het fenotype noemen we een mutant.

De stof die de mutatie veroorzaakt noemen we een mutagene invloeden

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Mutatie
Een voorbeeld van een mutatie bij mensen is de Britse variant van het covidvirus


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Mutatie
Een voorbeeld van een mutatie bij mensen is kanker. 

De mutagene invloeden zijn:
  • UV straling
  • Asbest
  • Sigarettenrook

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Mutaties
De invloed van een mutatie:
1. Lichaamscel: enkel het genotype van de lichaamscel verandert; het genotype van de andere lichaamscellen verandert niet, dus deze mutatie heeft weinig invloed.

2. Geslachtscel: na bevruchting komt het gemuteerde gen terecht in de eicel. Hieruit ontwikkelt zich een nakomeling dat in elke lichaamscel een gemuteerd gen heeft, dus deze mutatie heeft veel invloed.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Mutaties
Kunnen spontaan plaatsvinden of onder invloed van mutagene invloeden:
- asbeststof
- uv-straling (zon)
- sigarettenrook 
- röntgen- en radioactieve straling




Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Mutatie
Een mutatie is een plotselinge verandering van het genotype

Een organisme met een mutatie die tot uiting komt in het fenotype noemen we een mutant

Stoffen die een mutatie veroorzaken noemen we mutagene invloeden
> Voorbeelden van mutagene stoffen die kanker veroorzaken: uv-straling, asbest, sigarettenrook en röntgenstraling

Meestal heeft een mutatie alleen effect bij ééncellige organismen of wanneer deze heeft plaats gevonden tijdens of vlak na de bevruchting

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Kanker

Wat heeft kanker met celdeling te maken?

Slide 18 - Slide

Foutje celdeling > blijven delen
bij kopieëren > foutje DNA
duwen gezonde cellen opzij / er door heen

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Kanker
Mutatie in celdeling -> cel gaat te vaak delen -> kankergezwel

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Kanker
  • Bij kanker ontstaat er ergens in het lichaam een kwaadaardig gezwel.

  • zo'n gezwel is waarschijnlijk het gevolg van een                                                      mutatie in de genen van een cel.

  • ongecontroleerde constante celdeling.

  • Meeste mensen met kanker sterven
       Door 'uitzaaiingen' (metastase).

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Kanker

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Kanker
  • Ergens in het lichaam ontstaat een kwaadaardig gezwel doordat cellen zich snel en ongeremd gaan delen.
  • Zo'n gezwel is waarschijnlijk het gevolg van mutaties in de genen van een cel.
  • Als cellen van het gezwel ergens anders terechtkomen via bloed of lymfe, dan heet dat een uitzaaiing






Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat is een mutatie?
A
Verandering in je fenotype
B
Is iemand die er anders uitziet. zoals een albino
C
Een ongecontroleerde celdeling
D
een plotselinge verandering in het genotype van een cel

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Oeverkruid plant zich voort door uitlopers en door zaden.
Geef bij elk van deze manieren van voortplanting aan of die geslachtelijk of ongeslachtelijk is.
wortelstok
Bloemen
Geslachtelijk
Ongeslachtelijk

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

Klonen
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet het als kankercellen in de bloedbaan komen.
A
ongecontroleerde celdeling
B
Uitzaaing
C
Metastase
D
Verspreiding

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Welke mutaties hebben de grootste gevolgen?
A
Mutaties in DNA van lichaamscellen
B
Chromosoommutaties in DNA van geslachtscellen

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Zijn alle mutaties problematisch?
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Welke mutaties hebben veelal grotere gevolgen?
A
Mutaties in DNA van lichaamscellen
B
Chromosoommutaties in DNA van geslachtscellen

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Straling van de zon kan ..............veroorzaken.
A
een mutatie
B
uitzaaiing

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een mutatie?
A
Een verandering in het fenotype
B
Een verandering in het genotype

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Is elke mutatie erg?
A
Ja
B
Nee

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Bij een mutatie in welk type cellen zijn de gevolgen het grootst?





A
Bij een mutatie in bloedcellen.
B
Bij een mutatie in geslachtscellen.
C
Bij een mutatie in huidcellen.

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

we spreken van een mutant wanneer
A
een mutatie zichtbaar is in het genotype
B
een mutatie niet zichtbaar is in het genotype
C
een mutatie zichtbaar is in het fenotype
D
een mutatie niet zichtbaar is in het fenotype

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Als in een lichaamscel een mutatie plaatsvindt, heeft dit meestal geen gevolgen
A
juist
B
onjuist

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Hoe is verandering van genotype mogelijk?
A
Mutatie
B
Geslachtelijke voortplanting
C
Kunstmatige selectie
D
Alle drie de antwoorden

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions