Keuzedeel Engels A2/B1 - week 5

Engels keuzedeel A2/B1
Week 4
2-3-2021
Start: 18:00 uur
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Engels keuzedeel A2/B1
Week 4
2-3-2021
Start: 18:00 uur

Slide 1 - Slide

Programme 2 March
1. Schedule March
2. Online homework & selfstudy - how did it go?
3. Grammar: word order
4. Vocabulary - socrative
5. Practice conversation
6. Online assignments
7. Homework

Slide 2 - Slide

1. Schedule March
2 March - Conversation
9 March - Speaking
16 March - Speaking
23 March - Speaking
30 March - Speaking
6 April - Speaking / examweek

Slide 3 - Slide

2. Homework
- Study vocabulary p.3 to 6 (woordenlijst teams)
- Study grammar word order (book p. 233-234, only section 20 and 21)
- Do online: A2 - grammatica oefenen - woordvolgorde - oefening 1 en 2
- Finish 'woorden oefenen A2'
- Finished woorden oefenen A2? Continue with B1 (reeks 1 en 2)


Slide 4 - Slide

3. Grammatica - woordvolgorde



O=onderwerp
PV=persoonsvorm (werkwoord)
LV= lijdend voorwerp
waar = plaatsbepaling
wanneer = tijdsbepaling
Wie (o)
doet (pv)
wat (lv)
waar
wanneer
Kevin
met
his friend
at the station
an hour ago
Tip 1:
PLAATS voor TIJD
(P komt voor T)
Tip 2:
Tijdsbepaling mag ook vooraan staan als je er nadruk op wilt leggen

Slide 5 - Slide

3. Grammatica - woordvolgorde
Bijwoorden van tijd -> je geeft aan wanneer iets gebeurt (of niet)
voorbeelden: vaak, altijd, nooit, soms, gewoonlijk, meestal

Waar zet je deze woorden neer (in Engelse zinnen)?
-> VOOR HET WERKWOORD
I never wake up before 8 o'clock
She often visits her grandmother on Sunday.

Uitzondering werkwoord 'be' (am/is/are) 
-> NA HET WERKWOORD
I am always late on Monday

Slide 6 - Slide

3. Grammatica - woordvolgorde in vragen (tt en vt)
Can
be (am/are/is)
do/does
He can swim
I am late
They are at home
He plays football
You like movies
Can he swim?
Am I late?
Are they at home?
Does he play football?
Do you like movies?
Could he swim?
Was I late?
Were they at home?
Did he play football?
Did you like movies?
Can -> could
Could staat vooraan de zin
Verleden tijd van 'be'staat  vooraan de zin
am - was
are - were
is - was
Do/does wordt did
Did staat vooraan de zin, werkwoord blijft hetzelfde

Slide 7 - Slide

Zet de woorden in de juiste volgorde:
every week - at the supermarket - she - fruit - buys

Slide 8 - Open question

Zet de woorden in de juiste volgorde:
did - last week - an Enlish exam - they

Slide 9 - Open question

Zet in de juiste volgorde:
him - I - the present - will give - tomorrow

Slide 10 - Open question

Zet in de juiste volgorde:
never - rap music - listens - she - to

Slide 11 - Open question

Zet in de juiste volgorde:
is - Peter - to see - happy - his dog - always

Slide 12 - Open question

Vocabulary p.3-6
How do you study?

Go to socrative.com
Login as student
Go to room 610638
Start the quiz

Slide 13 - Slide

Making conversation - p.105
  • Werk in tweetallen
  • Lees de opdracht
  • Spreek af wie is A en wie is B
  • Kies allebei een foto, 1 neemt foto 1 en de ander foto 2
  • Lees de gesprekskaarten en bereid voor wat je gaat zeggen. Maak eventueel aantekeningen op kladpapier

Slide 14 - Slide

Self study
Grammar
Vocabulary
Herhalen grammatica:
werkwoorden tegenwoordige tijd (p.223-224, sectie 1 t/m4)
ontkenningen (p.237-238)
vragen (p.235 - 237)
woordvolgorde (p.233-234, 20 en 21)
Study: 
Zinnen 'hulp bij gesprekken voeren'
p.250/251
Leer de zinnen van NL naar Engels
Online: A2 - grammatica oefenen 
opdrachten onvoldoende (rood) - nog een keer

Slide 15 - Slide

Homework
Huiswerk:
1. Herhaal grammatica tot nu toe (zie slide self study)
2. Zorg dat je op alle tot nu toe gemaakte grammatica onderdelen voldoende scoort (groen)
3. Leer de zinnen op p.250/251 in je boek van NL naar Engels
4. Bereid een korte presentatie voor: Vertel in 1 minuut iets over je woonplaats
(bezienswaardigheden, wat is er te doen, leuk/niet leuke dingen etc.)

Slide 16 - Slide