Formuleren -1

Welkom havo 4 -devices blijven nog even in de tas
Programma voor de komende periode - zie de studiewijzer op SOM - periode 4
* Toets formuleren in de les (weging 2) week 21 
* Toets leesvaardigheid in de toetsweek (weging 2) vanaf week 27

- Inleveren leesdossier minimaal 12 punten (inclusief 3 pt historische werken) 9 mei
- Inleveren leesdossier minimaal 15 punten (inclusief 3 pt historische werken) 12 juni

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom havo 4 -devices blijven nog even in de tas
Programma voor de komende periode - zie de studiewijzer op SOM - periode 4
* Toets formuleren in de les (weging 2) week 21 
* Toets leesvaardigheid in de toetsweek (weging 2) vanaf week 27

- Inleveren leesdossier minimaal 12 punten (inclusief 3 pt historische werken) 9 mei
- Inleveren leesdossier minimaal 15 punten (inclusief 3 pt historische werken) 12 juni

Slide 1 - Slide

Cursus 5 - Formuleren
§1.1 - Ik kan zinnen op de juiste manier begrenzen
§3  - Ik kan  onjuist begrensde zinnen herkennen en verbeteren
§1.3 - Ik kan de trappen van vergelijking goed gebruiken met als/dan

Leesdossier - woensdag: lezen/werken aan je leesdossier. Neem een leesboek mee.

Slide 2 - Slide

Formuleren

Slide 3 - Slide

Cursus 5: 1.1 Zinnen correct begrenzen - belangrijk voor de leesbaarheid van een tekst
Fout voorbeeld 1 (een bijzin die zinsdeel is in een samengestelde zin, wordt als losse zin gepresenteerd):
Introverte adolescenten houden negatieve gevoelens eerder binnen dan dat ze die delen met anderen. Waardoor zij meer kans hebben op een depressie dan extraverte leeftijdgenoten.

Slide 4 - Slide

Juist is:
Introverte adolescenten houden negatieve gevoelens eerder binnen dan dat ze die delen met anderen, waardoor zij meer kans hebben op een depressie dan extraverte leeftijdgenoten.
of
Introverte adolescenten houden negatieve gevoelens eerder binnen dan dat ze die delen met anderen. Daardoor hebben zij meer kans op een depressie dan extraverte leeftijdgenoten.
--> dan maak je er twee hoofdzinnen van.

Slide 5 - Slide

Fout voorbeeld 2: Twee hoofdzinnen worden ten onrechte aan elkaar geplakt, soms gescheiden door komma's
Veel studenten zijn niet blij met de verengelsing van de opleiding, ze denken dat de kwaliteit van de colleges eronder lijdt, volgens hen beheersen de docenten het Engels onvoldoende.

Juist is: drie hoofdzinnen, gescheiden door punten.
Veel studenten zijn niet blij met de verengelsing van de opleiding.  Ze denken dat de kwaliteit van de colleges eronder lijdt. Volgens hen beheersen de docenten het Engels onvoldoende.

Slide 6 - Slide

§3 Zinnen begrenzen
Enkelvoudige zinnen - 1 persoonsvorm
Samengestelde zinnen - zinnen met meer dan 1 persoonsvorm
Hoofdzinnen - tussen het ow en de pv kan NIET het woordje 'niet'. 
Hoofdzinnen verbind je aan elkaar met nevenschikkende voegwoorden:
dus, want, of, en, maar
Plaats een komma voor de voegwoorden: dus, want, maar

Slide 7 - Slide

puntkomma(;) als twee hoofdzinnen inhoudelijk nauw met elkaar samenhangen 
We wachten niet langer op mijn vader; hij appt dat hij later komt.
Zij heeft roze en gele gympen; toch beweert ze dat ze niet van opvallende kleuren houdt.


De puntkomma heeft nagenoeg dezelfde functie als de punt; hij sluit de zin af.
De mededeling na de puntkomma is vaak niet belangrijk genoeg om in een aparte zin op te nemen.

Slide 8 - Slide

Hoofd- en bijzinnen met elkaar verbinden
Gebruik onderschikkende voegwoorden  - zoals, doordat, hoewel, mits, nadat, omdat enz.
Plaats voor het voegwoord een komma.
Zij gaat straks naar het feest, hoewel ze niet uitgenodigd is.

Begin een bijzin alleen met een hoofdletter als de samengestelde zin begint met een bijzin.
Omdat het is gaan regenen, heb ik maar een regenpak aangetrokken.
Onjuist is: Ik heb maar een regenpak aangetrokken. Omdat het is gaan regenen. = losstaand zinsgedeelte

Slide 9 - Slide

Huiswerk voor morgen:
Zie planning NN - 
§1.1 opdracht 1, 2 en 3
§3 opdracht 2, 4 en 5
Morgen gaan we verder met de trappen van vergelijking

Slide 10 - Slide

Dinsdag - huiswerkcheck
Zie planning NN - 
§1.1 opdracht 1, 2 en 3
§3 opdracht 2, 4 en 5

Slide 11 - Slide

Verandering InsulaCollege m.i.v. volgend schooljaar

Slide 12 - Slide

Cursus 5 -  §1.3 Trappen van vergelijking
Video
Huiswerk in planning voor woensdag: 
§1.3 opdracht 9, 10 en 11.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Juist gebruik persoonlijk vnw
Hij is groter dan mij = FOUT --> maak de zin langer:
Hij is groter dan ik ben.

Opdracht: planning NN §1.3  trappen van vergelijking - opdracht 9, 10 en 11.
VERGEET MORGEN JE LEESBOEK NIET!

Slide 15 - Slide