26-11-2024: spelling laatste letter -d of -t

Aan het eind van deze week:
- kun je hoofdletters en leestekens op de juiste manier gebruiken;
- kun je woorden spellen die eindigen op een -d of een -t;
- kun je bijvoeglijk naamwoorden op de juiste manier spellen.

Pak je schrift 

Vragenlijst invullen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Aan het eind van deze week:
- kun je hoofdletters en leestekens op de juiste manier gebruiken;
- kun je woorden spellen die eindigen op een -d of een -t;
- kun je bijvoeglijk naamwoorden op de juiste manier spellen.

Pak je schrift 

Vragenlijst invullen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

 bijvoeglijk naamwoord
De meeste bijvoeglijke naamwoorden hebben een korte vorm (zonder -e) en een lange vorm (met -e):
– lekker: een lekker dessert; het lekkere dessert.
– lang: een lang verhaal; het lange verhaal.

Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden eindigen meestal op -en: houten, papieren, wollen, maar niet altijd (een nylon tas).

Slide 3 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Zo maak je de lange vorm van een bijvoeglijk naamwoord
Zet een -e achter het woord: klein → kleine; sterk → sterke; nieuw → nieuwe.

Let op: soms moet je daarnaast
  • een -f- in een -v- veranderen (de f/v-regel): lief → lieve; naïef → naïeve.
  • een -s- in een -z- veranderen (de s/z-regel): grijs → grijze; serieus → serieuze.
  • de laatste letter (medeklinker) verdubbelen: fris → frisse; glad → gladde.
  • een a, e, o of u (klinker) weghalen: traag → trage; zuur → zure.

Slide 4 - Slide

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
Een woord dat een persoon, plaats, ding of idee aanduidt.
B
Een woord dat een actie of werk beschrijft.
C
Een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord
D
Een woord dat een relatie tussen zinsdelen aangeeft.

Slide 5 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

  gele

mooie

metalen

 glazen

  ijzeren

rechte

Slide 6 - Drag question

Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
De lelijke kast
B
De metalen kast
C
De grijze kast
D
De oude kast

Slide 7 - Quiz

Wat is het bijvoeglijk naamwoord van: tof?

Slide 8 - Open question

Wat is bijvoeglijk naamwoord van: poeslief?

Slide 9 - Open question

Wat is bijvoeglijk naamwoord van: naïef

Slide 10 - Open question

Wat is geen bijvoeglijk naamwoord?
A
groene
B
sterke
C
man
D
boze

Slide 11 - Quiz

Stoffelijk bijvoegelijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
plastic
brutale
geniale
polyester
katoenen
grote
gebakken
flanellen

Slide 12 - Drag question

Wat is de spellingsregel van het bijvoeglijk naamwoord?
Je schrijft het bijvoeglijk naamwoord ....

Slide 13 - Open question


Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?
A
zonnige
B
dag
C
zonnige , leren
D
leren

Slide 14 - Quiz

Aan de slag
Ga verder met spelling paragraaf 3
bladzijde 232
  • opdracht 1 t/m 5

Slide 15 - Slide

Weet je nu:
- Hoe je hoofdletters en leestekens op de juiste manier gebruikt? 
- Hoe je woorden moet spellen die eindigen op een -d of een -t? 









Huiswerk: 
Spelling paragraaf 3: bijvoeglijk naamwoord
bladzijde 232 en 233
  • opdracht 1 t/m 5

Schrijf op in je agenda!

Slide 16 - Slide