1.4 cellen van dieren en planten

1.3 cellen van dieren en planten
Organen en cellen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

1.3 cellen van dieren en planten
Organen en cellen

Slide 1 - Slide

Het leven van een madeliefje eindigt met de dood.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Een soort heeft een levenscyclus.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Een weefsel is een groep cellen met dezelfde bouw en dezelfde functie(s).
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Een bacterie is een organisme.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Welke processen zorgen voor stofwisseling?
A
Ademhalen, voeden en uitscheiden.
B
Groeien, voortplanten en voeden.
C
Waarnemen, bewegen en ontwikkelen

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van deze delen, van groot naar klein?
A
Cel – orgaan – weefsel – orgaanstelsel.
B
Orgaanstelsel - weefsel - orgaan - cel
C
Cel – weefsel – orgaan – orgaanstelsel.
D
Orgaanstelsel - orgaan - weefsel - cel

Slide 7 - Quiz

leerdoelen
- Je kunt delen benoemen van en plantaardige cellen met hun kenmerken en functies. 

Slide 8 - Slide

Dierlijke cellen
- Deze cel bestaat voor het grootste deel uit cytoplasma (stroperige vloeistof van water met veel opgeloste stoffen).
- Om het cytoplasma zit het celmembraam (dun vlies).
- Celkern zit erin (regelt alles wat er in een cel gebeurt, heeft een kernmembraan. 

Slide 9 - Slide

Het celmembraam is een dun vliesje om het cytoplasma.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

De celkern regelt alles wat er in een cel gebeurd.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Plantaardige cellen 
- Bestaat ook uit cytoplasma, een celmembraam, een celkern en een kernmenbraam.
- heeft ook meerdere onderdelen; vacuole, korrels en een celwand. 


Slide 12 - Slide

Celwand 
-  stevig laagje om de cel heen.
- wordt gemaakt door de  cytoplasma van een plantencel. 
- zorgt voor stevigheid. 
- is tussencelstof (GEEN onderdeel van de cel!)

- Intercellulaire ruimte (ruimte tussen de celwanden.
- vaak gevuld met vocht. 

Slide 13 - Slide

Een celwand is onderdeel van een cel
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Vacuolen
- Zijn blaasjes gevuld met vocht (water met opgeloste stoffen). 
- jonge plantencellen hebben meerdere vacuolen en als ze ouder worden vloeien de kleine tot één grote. 
- Het cytoplasma ligt dan in een dunne laag tegen het celmembraam aan.

Slide 15 - Slide

Korrels
In het cytoplasma kunnen korrels voorkomen, drie soorten: 
1. Bladgroenkorrels: komen voor in groene delen van een plant, vooral in de bladeren. Er vindt fotosynthese plaats. 
2. kleurstofkorrels: komen voor in de cellen van bloemen en vruchten met een gele, oranje of rode kleur. Geven de kleur. 
3. zetmeelkorrels: kleurloos, zit zetmeel opgeslagen. Belangrijke reservestof voor planten. O.A. in aardappelen. 


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Korrels 
- Korrels kunnen van het ene type overgaan in het andere, bijv. bij het rijpen van een mandarijn. 
- Kleur veranderd van groen naar oranje
- bladgroenkorrels veranderen dan in oranje kleurstofkorrels. 

Slide 18 - Slide

Fotosynthese
- Bladgroenkorrels nemen water en koolstofdioxide op en door stofwisseling wordt het omgezet in glucose (en zuurstof).
- Plant gebruikt de glucose als energiebron en als grondstof om de stoffen te maken waaruit een plant ontstaat. 

Slide 19 - Slide

Fotosynthese vindt plaats in de...
A
bladgroenkorrels
B
kleurstofkorrels
C
zetmeelkorrels

Slide 20 - Quiz

De zetmeelkorrels geven de bloemen zijn opvallende kleur
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Maken
opdracht 1, 2, 4, 9 en 10

Slide 22 - Slide