Check Theorie Vakleer Hoofdstuk 1 t/m 6 & 9

Check Theorie Vakleer Hoofdstuk 1 t/m 5 & 9
1 / 30
next
Slide 1: Slide
HandelMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Check Theorie Vakleer Hoofdstuk 1 t/m 5 & 9

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Over welke drie zaken gaan arbeidsomstandigheden

Slide 2 - Open question

Veilig, gezond en met plezier kunnen samenwerken
Persoonlijke beschermingsmiddelen

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Waar moet je de lading bij een heftruck plaatsen?
A
Op het puntje van de lepels
B
Dit maakt niet uit
C
Bij de vorkhiel

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een ligger (onderdeel van een stelling)
A
Dit is de verticale ijzeren balk
B
Dit is de horizontale ijzeren balk

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Hoe ziet een verbodsbord eruit?
A
Rond en bestaat uit een wit plaatje tegen een blauwe achtergrond
B
Driehoekig en heeft een gele achtergrond met een zwarte rand
C
Rond en bestaat uit een witte achtergrond met een rode rand
D
Rechthoekig en bestaat uit een wit plaatje tegen een groene achtergron

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Waarvoor is een calamiteitenplan nodig?
A
Personeelsfeest
B
Losproces
C
Voorbereiding indien ontruiming

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Onderdelen branddriehoek

Slide 8 - Open question

Zuurstof, brandstof en ontbrandstemperatuur
Wat is het verschil tussen een horizontaal en verticaal transportmiddel?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn heffende transportmiddelen?

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn stationaire interne transportmiddelen?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn de maten van een EURO pallet?
A
100*60
B
90*30
C
120*80
D
140*100

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Uit hoeveel stappen bestaat de voorbereiding van de goederenontvangst?
A
2
B
3
C
4
D
4

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Noem een controlepunt om na te gaan of een container gegast is

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Welke ontvangstcontrole is het gemakkelijkste uit te voeren en doe je als de chauffeur nog aanwezig is?
A
Kwalitatieve controle
B
Kwantitatieve controle

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is steekproefcontrole?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Wat is de juiste volgorde bij opslagklaar maken?
A
Labelen, ompakken en sorteren.
B
Ompakken, sorteren en labelen
C
Sorteren, ompakken en labelen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Op welke verschillende manieren kunnen goederen opgeslagen worden in het magazijn?

Slide 18 - Open question

Op de vloer, op een pallet of vlonder of in een stelling
Waar plaats je Fast movers (snellopers) in het magazijn?
A
Op een plek waar je lastig bij kunt
B
Op een plek waar je makkelijk bij kunt

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel opslagsystemen zijn er en nog er één

Slide 20 - Open question

Vaste locatiesysteem, vrije locatiesysteem en semivrijelocatiesysteem.
Producten in geconditioneerde ruimtes

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Welk soort onderhoud wordt van tevoren gepland?
A
Preventief onderhoud
B
Curatief onderhoud

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Soorten afval

Slide 23 - Mind map

This item has no instructions

Een schoonmaakmiddel met een hoge pH-waarde is ....
A
Zuur
B
Neutraal
C
Basisch

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Welke zaken van een magazijn moeten regelmatig schoongemaakt worden?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Wat is geen persoonlijke eigenschap voor een goede beroepshouding?
A
Je voelt je verantwoordelijke voor je werk
B
Je bent een doorzetter
C
Je kunt goed met mensen omgaan
D
Je houdt je niet aan je afspraken

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Noem een huisregel voor een magazijn

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Wat is geen voordeel van mondelinge communicatie?
A
Altijd te raadplegen
B
Snel en makkelijk
C
Meteen toelichten mogelijk
D
Meteen te controleren of boodschap begrepen is

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Noem een voorbeeld van een open vraag

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Noem een doel van een werkoverleg

Slide 30 - Open question

This item has no instructions