1.2 Het practicumlokaal

Welkom KT1A
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom KT1A

Slide 1 - Slide

Welkom K1B

Slide 2 - Slide

Vandaag
  • Wat weet je nog?
  • Leerdoelen
  •  Veiligheid
  • Gevaarlijke stoffen
  • Aan de slag

Slide 3 - Slide

De brander
Verschillende soorten vlammen:
- Oranje pauzevlam
- Blauwe vlam
- Ruisende vlam

Slide 4 - Slide

Laboratorium Glaswerk
Erlenmeyer
Reageerbuis
Kolf
Bekerglas

Slide 5 - Slide

Aan de slag
Wat -> Lezen 1.2 (13-14)
          -> Maken 2 t/m 6 (pagina 14-15)
Hoe -> Eerste 5 minuten in stilte
Hulp -> Boek, Buur, Docent
Tijd -> Tot 5 minuten voor het einde van de les
Klaar? -> Verder lezen 1.2 (pagina 15-16)

timer
5:00

Slide 6 - Slide

Hoe heet dit glaswerk?
A
Bekerglas
B
Erlenmeyer
C
Reageerbuis
D
Kolf

Slide 7 - Quiz

Hoe heet dit glaswerk?
A
Bekerglas
B
Erlenmeyer
C
Reageerbuis
D
Kolf

Slide 8 - Quiz

Welkom K1B

Slide 9 - Slide

Vandaag
  • Wat weet je nog?
  • Leerdoelen
  •  Veiligheid
  • Gevaarlijke stoffen
  • Aan de slag

Slide 10 - Slide

Welk glaswerk zie je in de afbeelding? (Tip: 3 soorten)

Slide 11 - Open question

Welke vlam van een brander is het heetst?
A
De gele vlam
B
De blauwe vlam
C
De ruisende vlam met blauwe kern

Slide 12 - Quiz

Met behulp van welke knop kan de vlam groter worden?
A
De luchtring
B
De gasregelknop
C
De lampknop

Slide 13 - Quiz

Leerdoelen
Ik kan de belangrijkste veiligheidsafspraken noemen.
Ik kan gevarensymbolen herkennen.

Slide 14 - Slide

Veiligheidsafspraken

Als we proeven gaan doen, is het belangrijk om afspraken te maken die zorgen dat het veilig is.  

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Veiligheidsafspraken
Toevoeging:
- Draai niet zomaar aan een gaskraan
- Lange haren in een staart doen.

Slide 17 - Slide

Gevarensymbolen
Sommige stoffen zijn gevaarlijk en zijn voorzien van een gevarensymbool.

Slide 18 - Slide

Explosief
Let op, deze stof kan snel ontploffen. Bijvoorbeeld vuurwerk
(Licht) Ontvlamblaar
Het product brandt snel. Bijvoorbeeld spiritus of benzine
Oxyderend
Product kan bij contact met andere (brandbare) stoffen heftig reageren en ervoor zorgen dat die stoffen gaan branden. 
Gassen onder druk
Gassen in gasflessen, bij hoge temperaturen kunnen deze ontploffen.
Bijtend
De stof tast je huid en je kleren aan. Bijvoorbeeld zoutzuur, gootontstopper.
Giftig
Maakt je ziek en kan dodelijk zijn. Bijvoorbeeld rattengif
Milieugevaarlijk
De stof is slecht voor het milieu. Bijvoorbeeld verf, terpetine, stickerverwijderaar
Kankerverwekkend.
Product kan voor langdurig gezondheidsgevaar zorgen. Bijvoorbeeld asbest
Irriterend
Stof prik je ogen en op je huid. Bij inademen kan de stof gevaarlijk zijn. Bijvoorbeeld reinigingsmiddelen, tuinfakkelolie, vaatwastabletten

Slide 19 - Slide

Aan de slag
Wat -> Lezen 1.2 (pagina 15 en 16)
          -> Maken 8,9, 10, 11,
Hoe -> Eerste 5 minuten in stilte. Daarna overleggen
Hulp -> Boek, Buur, Docent
Tijd -> Tot 5 minuten voor het einde van de les
Klaar? -> Lezen en Maken Extra
timer
5:00

Slide 20 - Slide

Leerdoelen
Ik kan de belangrijkste veiligheidsafspraken noemen.
Ik kan gevarensymbolen herkennen.

Slide 21 - Slide

Wat betekent dit symbool?
A
Licht ontvlambaar
B
Milieugevaarlijk
C
Giftig
D
Irriterend

Slide 22 - Quiz

Wat betekent dit symbool?
A
Giftig
B
Irriterend
C
Bijtend
D
Kankerverwekkend

Slide 23 - Quiz

Noteer twee belangrijke veiligheidsafspraken.

Slide 24 - Open question