In tweetallen:
1. Maak een tijdlijn van module 2.2 en 2.3. Zet de belangrijkste gebeurtenissen erin. Begin bij het jaar 0 en eindig bij 1850.
2. Maak een samenvatting in een woordweb. Zet Utrecht in het midden en zet de belangrijkste zaken uit 2.2 en 2.3 er omheen. Verdeel de modules.
3. Verdeel het A3-blad in twee vlakken. Elk voor een module. Zet daarin drie thema's: 'functie van de stad', 'ontwikkeling van de stad' en 'belangrijke personen'. Werk deze drie thema's voor beide modules.