Dit is Utrecht - herhaling 2.2 en 2.3

Dit is Utrecht
Herhaling 2.2 en 2.3
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Dit is Utrecht
Herhaling 2.2 en 2.3

Slide 1 - Slide

Keuze-opdracht
In tweetallen:
1. Maak een tijdlijn van module 2.2 en 2.3. Zet de belangrijkste gebeurtenissen erin. Begin bij het jaar 0 en eindig bij 1850.

2. Maak een samenvatting in een woordweb. Zet Utrecht in het midden en zet de belangrijkste zaken uit 2.2 en 2.3 er omheen. Verdeel de modules.

3. Verdeel het A3-blad in twee vlakken. Elk voor een module. Zet daarin drie thema's: 'functie van de stad', 'ontwikkeling van de stad' en  'belangrijke personen'. Werk deze drie thema's voor beide modules.

Slide 2 - Slide

In welk jaar vestigden de Romeinen zich in Utrecht?
A
90 voor Christus
B
45 voor Christus
C
45 na Christus
D
90 na Christus

Slide 3 - Quiz

Wat was de belangrijkste functie van Utrecht toen de Romeinen er waren?

Slide 4 - Open question

Rond het huidige Utrecht lag de Limes, wat was dat?

Slide 5 - Open question

Hoe heette Utrecht tijdens de Romeinse tijd?
A
Fletio
B
Trajectum
C
Laurium
D
Noviomagus

Slide 6 - Quiz

Willibrord vestigt zich in Utrecht, hij was een belangrijke:
A
Bisschop
B
Handelaar
C
Edelman
D
Gilde

Slide 7 - Quiz

In welk jaar kreeg Utrecht stadsrechten?
A
45
B
911
C
1122
D
1321

Slide 8 - Quiz

Vanaf de 17e eeuw wordt Utrecht minder belangrijk in Nederland, waarom is dat?

Slide 9 - Open question

Deze 'lesson up' gaat over de industriële revolutie.

Wanneer was de industriële revolutie?
A
In de 18e eeuw
B
In de 19e eeuw
C
In de 20e eeuw
D
In de 21e eeuw

Slide 10 - Quiz

Wat is een standensamenleving?
A
Een samenleving waarin iedereen gelijk is geboren.
B
Een samenleving waarbij mensen bij de geboorte in een groep terecht kwamen.
C
Een samenleving die draaide om het geloof
D
Een samenleving geregeerd door het volk

Slide 11 - Quiz

Voor de Industriële Revolutie....
A
leefde 90% van de bevolking in de stad.
B
was de verhouding platteland-stad 50-50.
C
leefde 90% van de bevolking op het platteland.
D
weten wij niet hoe de verhoudingen waren.

Slide 12 - Quiz

De industriële revolutie
A
had grote gevolgen voor de hele samenleving
B
bleef beperkt tot de steden
C
waren veranderingen in productiemethoden
D
had vooral betrekking op industriearbeiders

Slide 13 - Quiz


De industriële revolutie: 
A
Industriële revolutie: van machines naar handwerk ontstond in Frankrijk rond 1800
B
Industriële revolutie: van handwerk naar machines ontstond in Groot-Brittanie rond 1800
C
Industriële revolutie: van handwerk naar machine ontstond in Frankrijk rond 1800
D
Industriële revolutie: van handwerk naar machines ontstond in Frankrijk rond 1900

Slide 14 - Quiz

Hoort bij de industriële revolutie
Hoort niet bij de industriële revolutie

Slide 15 - Drag question

Wat betekende de verandering van de standensamenleving naar de klassensamenleving?

Slide 16 - Open question

Zet de begrippen bij de juiste periode (vóór de industriële revolutie of industriële revolutie)?
Industriële revolutie
vóór de industriële revolutie
fabrieken
huisnijverheid
landbouw
stoommachine
slechte werkomstandigheden
stad
platteland

Slide 17 - Drag question

Waarom was Utrecht belangrijk voor de Romeinen? (Meerdere antwoorden zijn mogelijk)
A
Utrecht was de stad aan de zuidgrens van het Romeinse Rijk.
B
De rivieren rond Utrecht boden de Romeinen goede bescherming.
C
Utrecht was een handelsplaats voor de Romeinen.
D
Utrecht was een Romeins fort aan de noordgrens van het Romeinse Rijk.

Slide 18 - Quiz

Waarom kozen de
Romeinen voor Utrecht
als vestigingsplaats?
A
Caesar had deze plek uitgekozen
B
Het was toeval
C
Utrecht lag langs de Rijn
D
Er was vruchtbare grond voor landbouw

Slide 19 - Quiz

Willibrord vestigt zich in Utrecht en stuurt mensen het land in om de Friezen te bekeren. Hoe worden deze mensen genoemd?
A
Missionarisen
B
Zendelingen
C
Advocaten

Slide 20 - Quiz

Waarom was Utrecht de ideale plek om mensen tot het christendom te bekeren?
A
De Domkerk is de belangrijkste kerk.
B
De stad kreeg in 1122 stadsrechten.
C
In de middeleeuwen was Utrecht al belangrijk als bisschopsstad.
D
De stad lag precies op de grens van het Friese en Frankische rijk.

Slide 21 - Quiz

In welk jaar begint de stad Utrecht flink te groeien?
A
1600 - 1700
B
1700-1800
C
1800-1900
D
1900-2000

Slide 22 - Quiz