wk1-les1

Nederlands 
 

Meld je vast aan bij de les 
in LessonUp:
klas_1ABC
de MEET blijft aan, voor het geluid


25 november 2020
Wat heb je nodig?
Chromebook + lesboek + schrift + pen
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands 
 

Meld je vast aan bij de les 
in LessonUp:
klas_1ABC
de MEET blijft aan, voor het geluid


25 november 2020
Wat heb je nodig?
Chromebook + lesboek + schrift + pen

Slide 1 - Slide

alternatief programma
Tot volgende week vrijdag:
        korte lessen van één uur
        lesrooster in de mail
        link naar de lessen in Google Agenda
       
        deelname wordt gecontroleerd
        andere lessen dan anders

Slide 2 - Slide

wat gaan we doen?
-nabespreken van toetsen als we weer op school zijn

- herhalen theorie werkwoordspelling
   - oefenen

- herhalen theorie woordenschat
   - oefenen (=huiswerk)

Slide 3 - Slide

Lesdoelen werkwoordspelling:
1e doel: je frist je kennis van de regels op: 
           - je weet welke regel je bij de pers.vorm in de t.t. gebruikt
            - je weet welke regel je bij de pers.vorm in de vt gebruikt
            - je weet welke 2 regels je kunt gebruiken bij het voltooid deelwoord 

2e doel: je kunt de regels op de juiste manier toepassen

Slide 4 - Slide

lesdoelen woordenschat
1e doel: opfrissen van woordraadstrategieën.
                  - welke strategieen ken je nog?
 
2e doel: je kunt een nieuwe stategie gebruiken


Slide 5 - Slide

werkwoorden vervoegen
10 minuten herhalen
10-15 minuten zelfstandig werken

Slide 6 - Slide

Vorige lessen:
Vorige les: 
De jonge schilder wor... door de ervaren collega begelei...
Dit moet je herkennen:
PV (meestal aan begin vd zin)     VOLT.DW (meestal eind vd zin)
2 soorten werkwoorden, dus ook 2 'trucjes' om ze goed te spellen

Slide 7 - Slide

Corona *zorgt* voor een nieuw rooster.
A
pv in t.t.
B
pv in v.t.
C
volt.deelwoord
D
hele werkwoord

Slide 8 - Quiz

Er *werd* snel een nieuw rooster gemaakt.
A
pv in t.t.
B
pv in v.t.
C
volt.deelwoord
D
hele werkwoord

Slide 9 - Quiz

Dinsdag heeft Leon alles duidelijk *uitgelegd*.
A
pv in t.t.
B
pv in v.t.
C
volt.deelwoord
D
hele werkwoord

Slide 10 - Quiz

Jasper *herhaalt* graag eerst de voorkennis.
A
pv in t.t.
B
pv in v.t.
C
volt.deelwoord
D
hele werkwoord

Slide 11 - Quiz

Wie *stelde* net een vraag in de chat?
A
pv in t.t.
B
pv in v.t.
C
volt.deelwoord
D
hele werkwoord

Slide 12 - Quiz

Straks hebben we alle theorie *herhaald* .
A
pv in t.t.
B
pv in v.t.
C
volt.deelwoord
D
hele werkwoord

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

schrijf het werkwoord op de juiste manier op:

Een probleem *wor....* op DAM snel opgelost.
1-pv in tt?  > stam+Lopen
2-pv in vt? > 't exkofschip
3-volt.dw? >maak langer of t'exkofschip

Slide 16 - Open question

schrijf het werkwoord op de juiste manier op:

We hebben de eerste periode *afgeron...*
1-pv in tt?  > stam+Lopen
2-pv in vt? > 't exkofschip
3-volt.dw? >maak langer of t'exkofschip

Slide 17 - Open question

schrijf het werkwoord op de juiste manier op:

Heeft Lotte deze uitleg al eerder *gehoor...*?
1-pv in tt?  > stam+Lopen
2-pv in vt? > 't exkofschip
3-volt.dw? >maak langer of t'exkofschip

Slide 18 - Open question

schrijf het werkwoord op de juiste manier op:

Jonas *luister....* altijd extra goed tijdens het nakijken.
1-pv in tt?  > stam+Lopen
2-pv in vt? > 't exkofschip
3-volt.dw? >maak langer of t'exkofschip

Slide 19 - Open question

schrijf het werkwoord op de juiste manier op:

Sam *mel...* het altijd meteen als hij zijn leesboek niet heeft.
1-pv in tt?  > stam+Lopen
2-pv in vt? > 't exkofschip
3-volt.dw? >maak langer of t'exkofschip

Slide 20 - Open question

schrijf het werkwoord op de juiste manier op:

Helin heeft mijn vraag pas gisteravond *beantwoor....*
1-pv in tt?  > stam+Lopen
2-pv in vt? > 't exkofschip
3-volt.dw? >maak langer of t'exkofschip

Slide 21 - Open question

Zelf werken: 10-15 minuten 
Neem je schrift + boek voor je


Maak
blz. 113 opdr. 7
blz. 153 opdr. 8
blz. 194 opdr. 8
Klaar?
zelf nakijken in Classroom
extra oefenen
blz. 154 opdr. 9
blz. 194 opdr. 9
               


timer
1:00

Slide 22 - Slide

Woordenschat
5 minuten herhalen
tot einde les opdrachten maken

Slide 23 - Slide

Welke (twee) woordraadstrategieën heb je geleerd?

Slide 24 - Open question

Die twee hebben altijd *bonje* met de conciërge. Logisch, want als je iedere keer troep maakt, krijg je uiteindelijk ruzie met Klaas.

Slide 25 - Open question

Mijn oma is geopereerd aan *staar*, een aandoening waarbij de lens van het oog vertroebelt.

Slide 26 - Open question

Woordraadstrategie 3: voorbeeld
Soms staat er in de tekst een voorbeeld, waardoor je de betekenis van een woord begrijpt.


bijvoorbeeld....
zoals .....
zo ....
zo is/zijn er ....
denk aan ...
 signaalwoorden:

(woorden die je helpen om de tekst beter te begrijpen)

Slide 27 - Slide

zelf werken: tot einde les
in je schrift: Woordenschat H3
maak:
blz. 101-102 opdr. 2 + 3
= huiswerk vrijdag

Slide 28 - Slide

Einde van de les
Wat heb je geleerd ?
  • de theorie van de werkwoordspelling kun je nu beter toepassen
  • je hebt weer een strategie geleerd om woordbetekenissen te vinden in een tekst

Slide 29 - Slide