3.3

3.3 De Griekse cultuur les 1
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

3.3 De Griekse cultuur les 1

Slide 1 - Slide

Nabespreken 3.2
3.2 Athene en Sparta opdracht 9, 10, 11.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 3.3 les 1
  1. Ik weet wat een mythe is en de rol van mythen voor de oude Grieken omschrijven.
  2. Ik kan Griekse beeldkunst herkennen en beschrijven.

Slide 3 - Slide

Welke Griekse goden ken je?

Slide 4 - Open question

Griekse godsdienst (1)
  • Polytheïstisch
  • Zeus (oppergod)
  • Poseidon (zee, zie links)
  • Hades (onderwereld)
  • Nikè (overwinning)

  • De goden hadden menselijke eigenschappen (jaloers, boos) en ze zagen eruit als mensen.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Griekse godsdienst (2)
  • De oude Grieken bouwden tempels waar ze de goden eerden (zie afb. rechts).
  • Elke tempel was voor één god bedoeld.
  • Buiten werden offers gebracht voor de goden.
  • Voor advies van de goden konden orakels worden bezocht (= mensen die in contact staan met de goden).
  • Soms werd een groot sportfestival georganiseerd ter ere van de goden: de Olympische Spelen.

Slide 9 - Slide

Mythe
Een mythe is een verhaal over goden en helden, dat een verklaring bevat voor iets in de wereld.

Wie met een schip op reis ging bracht een offer aan Poseidon. Gehoopt werd dat dat offer hem goed zou stemmen en dat de tocht zonder stormen kon worden vervuld. Niet verwonderlijk is dat veel van de tempels voor de zeegod aan de kust verschenen, bij landtongen en kapen. Hij werd beschouwd en aanbeden als de beschermheer van schippers en vissers.
Samen met zijn neef Apollo zou Poseidon de stad Troje hebben gemaakt. In de mythische verhalen wordt vooral ook vaak verteld over eilanden die door de god worden gemaakt. Poseidon heeft daarnaast de koperen poorten gemaakt die de Tartaros (een deel van de onderwereld) sluiten.

Slide 10 - Slide

Klassieke periode (ca. 450 v.Chr.)

Slide 11 - Slide

Archaïsche periode (ca. 650 v.Chr.)
Hellenistische periode (ca. 300 v.Chr.)

Slide 12 - Slide

Aan de slag
Maken 3.3 opdracht  t/m .
Zelfstandig.
Eerste 10 minuten stil.


timer
10:00

Slide 13 - Slide

3.3 De Griekse cultuur les 2

Slide 14 - Slide

Eed van Hippokrates (Griekse arts)

Slide 15 - Slide

Wat is een mythe ook alweer?
A
Een verhaal over mensen met een gedachte erachter.
B
Een sprookje.
C
Een verhaal over Griekenland.
D
Een verhaal over goden en/of helden met een gedachte erachter.

Slide 16 - Quiz

Wat is wetenschap?

Slide 17 - Open question

Noem een voorbeeld van wetenschap.

Slide 18 - Open question

Wetenschap
Wetenschap = aan kennis komen door onderzoek te doen.

Voorbeeld:
Ik gooi een bal en de bal valt na een seconde weer op de grond. Er moet dus iets zijn dat de bal terug naar de grond trekt (zwaartekracht).

Slide 19 - Slide

Wetenschap
In 430 v.Chr., aan het begin van de Peloponnesische oorlog, brak ook in Athene de pest uit. De beroemde arts Hippokrates kwam kijken of hij iets kon doen. Het viel hem op dat bijna geen enkele smid besmet werd door de ziekte. Dat moest wel komen doordat de lucht in een smederij zo heet en droog was. Hij gaf de Atheners de raad om thuis goed te stoken, de lijken te verbranden en water te koken voordat ze het opdronken. Zo redde hij het leven van veel Atheners.

Slide 20 - Slide

Filosofen
  • In de Griekse steden waren er filosofen (= mensen die zoeken naar wijsheid) die de dingen die ze zagen probeerden te verklaren door goed na te denken.
  • Plato, Aristoteles, Socrates (zie afb. links)

Slide 21 - Slide

Aan de slag
Maken 3.3 opdracht 1, 3, 4, 5, 6, 7, 10, 11, 12 en 13.
Zelfstandig.
Eerste 10 minuten stil.


timer
10:00

Slide 22 - Slide