2.4 Blessures

2.4 Blessures
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, g, tLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

2.4 Blessures

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 2 Bewegen

Slide 2 - Slide

Verwachtingen
  • Tijdens uitleg ben je stil
  • Heb je een vraag, dan steek je je hand op


  • Tijdens het werken aan hw overleg je rustig met de persoon naast je

Slide 3 - Slide

Maatregel 3T
1> waarschuwing
2> Vooraan zitten
3> volgende week woensdag 15.20 tot 16.20 terug komen   
 (week erna 16.00-17.00)

> Overweging plattegrond te maken

Slide 4 - Slide

Planning
Week 8: 2.1 het skelet 
Week 9: 2.2 Skelet en houding + 2.3 in beweging
Week 10: 2.4 Blessures
Week 11: 2.5 Dieren bewegen
Week 12: herhalen 
Week 13: herhalen + toetsweek vanaf woensdag 

       In de toetsweek H1 en H2 samen in een toets 

Slide 5 - Slide

Leerdoelen 2.4
  • Je kunt uitleggen wat een blessure is en in welke situaties blessures ontstaan.

  • Je kunt de verschillende blessures bij botten, gewrichten en spieren beschrijven.

  • Je kunt uitleggen hoe je blessures voorkomt.


Slide 6 - Slide

Leerdoel 1:
Je kunt uitleggen wat een blessure is en in welke situaties blessures ontstaan.

Slide 7 - Slide

Blessures
Als je sport worden je spieren, gewrichten en botten belast. Soms gaat er iets mis en raakt een bot, spier of gewricht beschadigd.


 Een beschadiging aan botten, spieren en gewrichten heet een blessure. 

Slide 8 - Slide

Er ontstaan ook blessures als je te lang achter elkaar dezelfde beweging doet. 


Dan gebruik je spieren en gewrichten te veel, dat heet overbelasting.

Slide 9 - Slide

Leerdoel 2:
Je kunt de verschillende blessures bij botten, gewrichten en spieren beschrijven.

Slide 10 - Slide


Blessures aan botten:
- Botbreuk 


Blessures aan gewrichten:
- Ontwrichting 
- Verstuiking 
- Knieblessure 


Blessures aan spieren:
- Spierpijn 
- Spierkramp en spierscheuring
- Kneuzing

Slide 11 - Slide


Blessures aan botten:
- Botbreuk 


Blessures aan gewrichten:
- Ontwrichting 
- Verstuiking 
- Knieblessure 


Blessures aan spieren:
- Spierpijn 
- Spierkramp en spierscheuring
- Kneuzing

Slide 12 - Slide

Botbreuk
Bij een botbreuk is een bot gebroken. 

Een arts moet de botstukken dan zetten. De arts duwt de botstukken precies tegen elkaar aan. 


Slide 13 - Slide


Blessures aan botten:
- Botbreuk 


Blessures aan gewrichten:
1. Ontwrichting 
2. Verstuiking 
3. Knieblessure 


Blessures aan spieren:
- Spierpijn 
- Spierkramp en spierscheuring
- Kneuzing

Slide 14 - Slide

1. Ontwrichting
Bij een ontwrichting schiet de gewrichtsknobbel uit de gewrichtskom.


Slide 15 - Slide

2. Verstuiking
Als je enkel ‘omklapt’ heb je een verstuiking (verzwikking)

De gewrichtsbanden en het gewrichtskapsel van het enkelgewricht rekken dan te ver uit

Het gewricht wordt dan helemaal dik. 

Slide 16 - Slide

3. Knieblessures 
Soms draait een speler met zijn lichaam, terwijl zijn onderbeen blijft staan.

 Zijn benen 'verdraaien' dan in de knie. 

Hierbij worden de meniscussen te zwaar belast en kunnen op den duur scheuren of rafelen: een voetbalknie.

Slide 17 - Slide

3. Knieblessures 
Als een sporter in volle vaart plotseling stopt en het lichaam draait, kan een gewrichtsband aan de buitenkant of een kruisband scheuren. 


Meestal scheurt de voorste kruisband.

Slide 18 - Slide


Blessures aan botten:
- Botbreuk 


Blessures aan gewrichten:
- Ontwrichting 
- Verstuiking 
- Knieblessure 


Blessures aan spieren:
- Spierpijn 
- Spierkramp en spierscheuring
- Kneuzing

Slide 19 - Slide

1. Spierpijn
Heb je lang achter elkaar dezelfde beweging gedaan, dan kun je erna last krijgen van spierpijn. 

Dat komt doordat in een werkende spier afvalstoffen ontstaan. 

Bloed voert die afvalstoffen weg uit de spier, maar soms blijven te veel afvalstoffen achter. Dit voel je als spierpijn

Slide 20 - Slide

2. Spierkramp
  een spier trekt zich plotseling heel sterk samen.

Je moet stoppen met de beweging, ga je door dan kan de spier scheuren. 

Slide 21 - Slide

Spierscheuring
Als je spierkramp hebt moet je stoppen met bewegen anders kan je spier scheuren. 

Soms treed een spierscheuring spontaan op, dan noem je dat: zweepslag 

Koelen en rust nemen

Slide 22 - Slide

3. Kneuzing
Door een flinke botsing of val kun je een kneuzing oplopen. 

Door de klap zijn er dan spiercellen en bloedvaatjes in de spier beschadigd. 

Vaak zijn de bloedvaatjes in de huid ook beschadigd. Door de kapotte bloedvaatjes krijg je een bloeduitstorting.

Slide 23 - Slide

Aan de slag:
2.3: Maken opdrachten 1 t/m 22 


2.4 Maken opdrachten 1 t/m 25

Slide 24 - Slide

Leerdoel 3:
Je kunt uitleggen hoe je blessures voorkomt.

Slide 25 - Slide

Blessures voorkomen:
  1. Kleding en beschermende middelen 
  2. Intapen 
  3. Warming-up 
  4. Cooling-down 

Slide 26 - Slide

2. Intapen
Om je lichaam tegen gewrichtsblessures te beschermen, kun je gewrichten intapen. 

Je omwikkelt het gewricht dan met een soort linnen plakband

Slide 27 - Slide

3. Warming-up
Dat zijn oefeningen waardoor je spieren extra bloed krijgen. 

Als de spieren goed doorbloed zijn, kunnen ze beter samentrekken. 


Bij de warming-up loop je bijvoorbeeld een paar rondjes voordat je met de training begint.

Slide 28 - Slide

4. Cooling-down
Dit zijn rustige oefeneningen, waardoor je spieren nog een beetje bewegen. 

Zo stroomt er voldoende bloed door je spieren om alle afvalstoffen af te voeren.

Slide 29 - Slide

Aan de slag:
2.3: Maken opdrachten 1 t/m 22 


2.4 Maken opdrachten 1 t/m 25

Slide 30 - Slide