Tekststructuren

Wat doet een tekstschrijver meestal in de inleiding?
hint
Er zijn twee belangrijke functies van de inleiding.
A
het onderwerp introduceren
B
standpunt onderbouwen
C
de aanleiding introduceren
D
aandacht van de lezer trekken
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat doet een tekstschrijver meestal in de inleiding?
hint
Er zijn twee belangrijke functies van de inleiding.
A
het onderwerp introduceren
B
standpunt onderbouwen
C
de aanleiding introduceren
D
aandacht van de lezer trekken

Slide 1 - Quiz

Slide 2 - Link

Welke structuur verwacht je na het lezen van deze inleiding?
A
verleden- heden
B
verschijnsel - verklaring
C
verleden-heden-toekomst
D
probleem - oplossing

Slide 3 - Quiz

Lees zo meteen de tekst 'Lachgas verslavender dan gedacht'. Daarna volgen deze quizvragen:

1. welke functies heeft de inleiding (alinea 1 t/m 3)?
2. welke structuur heeft deze tekst?






3. Hoe onderbouwt de schrijver het standpunt?
4. welke conclusie trekt de schrijver in het slot?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Welke functies heeft de inleiding?
A
introductie onderwerp, voorbeeld en standpunt
B
introductie onderwerp en standpunt
C
introductie onderwerp, belang voor de lezer
D
standpunt en voorbeeld

Slide 6 - Quiz

Welke structuur kent deze tekst?
A
probleem - oplossing
B
verschijnsel - verklaring
C
standpunt - argumenten
D
verleden - heden - toekomst

Slide 7 - Quiz

Hoe onderbouwt de schrijver het standpunt?
A
door oorzaken te analyseren
B
door voorbeelden te geven
C
door deskundigen aan het woord te laten
D
door argumenten te geven

Slide 8 - Quiz

Welke conclusie trekt de schrijver in het slot?
A
Men denkt dat het een onschuldige drug is
B
Er moet voorlichting op scholen komen
C
Ouders hebben een verkeerd beeld
D
We zijn overvallen door de snelle ontwikkelingen

Slide 9 - Quiz

Welke oplossing wordt er geadviseerd?
A
Meer onderzoek doen
B
Lachgas verbieden
C
Meer voorlichting geven
D
Meer aan preventie doen

Slide 10 - Quiz

dit signaal- of functiewoord kondigt een conclusie aan
daarom
los daarvan is
nu ook al
bijvoorbeeld

Slide 11 - Drag question

Dit signaal- of functiewoord kondigt een opsomming aan
daarom
los daarvan is 
nu ook al
bijvoorbeeld

Slide 12 - Drag question