Les 5 Leerstrategieën 2425

Leerstrategieën
- Wat doe je al?
- Uitleg leerstrategieën
- Aan de slag
Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat metacognitie is.
- Je kunt kiezen welke leerstrategie je het beste kunt toepassen bij een vak.
1 / 20
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leerstrategieën
- Wat doe je al?
- Uitleg leerstrategieën
- Aan de slag
Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat metacognitie is.
- Je kunt kiezen welke leerstrategie je het beste kunt toepassen bij een vak.

Slide 1 - Slide

Leer je efficiënt?
Ja
Meestal wel
Soms
Bijna nooit

Slide 2 - Poll

Gebruik je verschillende manieren om te leren voor de verschillende vakken?
Ja
Soms
Nee

Slide 3 - Poll

Noem één 'aparte' manier waarop jij leert.

Slide 4 - Open question

Doe ik wel eens
Doe ik nooit
Mindmap maken
Samenvatten
Aantekeningen maken
Begrippen tekenen
StudyGo
Flashcards op papier maken
Vraagkaartjes maken
Leren na een oefentoets

Slide 5 - Drag question

Leerstrategieën en metacognitie
Metacognitie = kritisch nadenken over jou manier van leren. 

Door dit te doen, kun je ook de juiste leerstrategie kiezen bij ieder vak.

Leerstrategie = de manier waarop jij voor een vak leert/met de stof bezig bent.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Leerstrategieën
  • Cornell methode: hoofdzaken en bijzaken uit elkaar houden
  • Flashcards
  • Mindmap
  • Jezelf vragen stellen
  • Oefentoets maken en nakijken 

Slide 8 - Slide

Cornell methode
Goede manier om stof te bestuderen: aantekeningen maken.
Je kunt hiermee goed de hoofd- en 
bijzaken uit elkaar halen.

Slide 9 - Slide

Cornell-methode (Aan de slag)

  1. Pak een A4 en verdeel je papier zoals rechts.
  2. Schrijf bovenaan het onderwerp.
  3. Schrijf in de linkerkolom de kernwoorden/kernvragen.
  4. Schrijf in de rechterkolom de notities.
  5. Schrijf onderaan in één of twee zinnen waar de les over ging.

Klaar? Bewaar je aantekeningen goed en gebruik ze voor de voorbereiding voor de toets.

Slide 10 - Slide

Flashcards
1. Schrijven: schrijf op de voorkant een woord/definitie/vraag op en op de achterkant het antwoord. Je bent hierdoor al met de stof bezig.
2. Leren: ga de kaartjes langs.
Ken je een kaartje? Leg die op
een aparte stapel.
3. Herhalen: vooral de moeilijke
kaartjes.

Slide 11 - Slide

Aan de slag: flashcards
Kies een vak uit waarvoor je wilt leren. Moet je begrippen of woordjes kennen? Dan kun je flashcards maken.

1. Maak minimaal 10 flashcards.
2. Overhoor je met de flashcards.
3. Maak twee stapeltjes: ken ik al (1) en ken ik niet (2)
4. Herhaal dit de komende dagen

Slide 12 - Slide

Mindmapping
Effectieve manier om alle onderdelen in kaart te brengen. Je verbindt hoofd- en bijzaken. Sluit aan bij de manier waarop onze hersenen werken.

Slide 13 - Slide

Aan de slag: mindmapping
Kies een onderwerp/hoofdstuk voor een vak 
waar je nu mee bezig bent. 
1. Pak (kleur)potloden, markeerstiften en een wit A4
2. Schrijf het onderwerp in het midden van het blad.
3. Gebruik dikke lijnen voor belangrijke zaken en 
dunnere voor details. Gebruik verschillende kleuren.
4. Zet tekst/begrippen op de lijnen.
5. Maak tekeningen/symbolen bij de tekst. Zo krijg 
je een nog mooier overzicht en leer je beter.
6. Gebruik verschillende kleuren voor de lijnen/tekeningen. 
Zo zie je goed wat verband heeft met elkaar.

Slide 14 - Slide

Vraagkaarten
Je leert al door de kaartjes
te maken.

Daarna kun je overhoren.
Stap
Uitleg
1. Tekst lezen
Je leest de tekst, per paragraaf.
2. Vragen bedenken
Je bedenkt vragen voor jezelf over de leerstof.
3. Vraag opschrijven
Elke vraag schrijf je op een klein papiertje. Je zoekt het antwoord in de tekst en dit schrijf je op de achterkant.
4. Jezelf overhoren
Je bent aan het leren en je kunt jezelf daarna overhoren.

Slide 15 - Slide

Aan de slag: vraagkaarten
1. Kies een vak.
2. Maak de vragenkaartjes
volgens de stappen rechts.
3. Overhoor jezelf of laat
je overhoren.
Stap
Uitleg
1. Tekst lezen
Je leest de tekst, per paragraaf.
2. Vragen bedenken
Je bedenkt vragen voor jezelf over de leerstof.
3. Vraag opschrijven
Elke vraag schrijf je op een klein papiertje. Je zoekt het antwoord in de tekst en dit schrijf je op de achterkant.
4. Jezelf overhoren
Je bent aan het leren en je kunt jezelf daarna overhoren.

Slide 16 - Slide

Oefentoets maken
1. Maak een oefentoets/diagnostische toets.
2. Kijk de toets goed na. Zo weet je welke stof je al beheerst en welke stof je nog beter moet doornemen en leren.
3. Schrijf op in welke onderwerpen je je nog verder moet verdiepen --> daarmee ga je aan de slag voor dat vak.

Slide 17 - Slide

Oefentoets maken
Vaak staat een diagnostische toets in je boek, staat een toets op It's Learning of kun je online een oefentoets vinden.

1. Maak een oefentoets/diagnostische toets voor een vak.
2. Kijk de toets goed na. Zo weet je welke stof je al beheerst en welke stof je nog beter moet doornemen en leren.
3. Schrijf op in welke onderwerpen je je nog verder moet verdiepen --> daarmee ga je aan de slag voor dat vak.

Slide 18 - Slide

Leerstrategieën
Kies de juiste strategie
voor het vak!

Slide 19 - Slide

Methodes
  • Cornell methode: hoofdzaken en bijzaken uit elkaar houden.
  • Flashcards
  • Mindmapping
  • Jezelf vragen stellen
  • Oefentoets
Aan de slag:
1. Bedenk welke methode je wilt uitproberen. Voer de 'aan de slag' (oranje dia) van deze methode uit (gedeeld in klas LessonUp)
2. Zorg ervoor dat je hierbij met het juiste vak aan de slag gaat!

Klaar? --> verder met je planning voor de toetsweek (of Qompas 🎈)





Slide 20 - Slide