Much/Many

1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoe zeg je 'veel' in het Engels?

Slide 2 - Open question

Veel
She has much money.
There are many apples.
We have much sugar.
I count many birds.
There is much time. 

Slide 3 - Slide

Much

Dingen die je NIET kan tellen

much food
much time
much homework
Many

Dingen die je WEL kan tellen

many students
many clocks
many chairs

Slide 4 - Slide

Kun je het tellen of niet:
questions
A
Niet tellen
B
Wel tellen

Slide 5 - Quiz

Kun je het tellen of niet:
hamburgers
A
Niet tellen
B
Wel tellen

Slide 6 - Quiz

Kun je het tellen of niet:
tea
A
Niet tellen
B
Wel tellen

Slide 7 - Quiz

Kun je het tellen of niet:
cup of tea
A
Niet tellen
B
Wel tellen

Slide 8 - Quiz

Kun je het tellen of niet:
money
A
Niet tellen
B
Wel tellen

Slide 9 - Quiz

Kun je het tellen of niet:
euro
A
Wel tellen
B
Niet tellen

Slide 10 - Quiz

Kun je het tellen of niet:
time
A
Niet tellen
B
Wel tellen

Slide 11 - Quiz

Kun je het tellen of niet:
minutes
A
Niet tellen
B
Wel tellen

Slide 12 - Quiz

TIP
Als je achter een woord een -S kan zetten, kun je het meestal tellen.
1 apple, 2 apples
1 room, 2 rooms

Kijk voor jezelf of je kan zeggen 1....... en 2........

Slide 13 - Slide

He has......sisters.
A
Much
B
Many

Slide 14 - Quiz

There is not......snow.
A
Much
B
Many

Slide 15 - Quiz

Do you have......homework?
A
Much
B
Many

Slide 16 - Quiz

I have......patience (geduld).
A
Much
B
Many

Slide 17 - Quiz

I have......hobbies.
A
Much
B
Many

Slide 18 - Quiz

There is......food left.
A
Much
B
Many

Slide 19 - Quiz

He received......presents for his birthday.
A
Much
B
Many

Slide 20 - Quiz

I don't eat......meat.
A
Much
B
Many

Slide 21 - Quiz

Snap je much en many?

Slide 22 - Slide