4.13 + 4.14

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 4.13 + 4.14 
1.
Lesopening
2.
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 4.13 + 4.14 
1.
Lesopening
2.
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Laat deze nog even dicht op je tafel liggen.

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel 
Aan het eind van deze les:
- kun je het deelonderwerp van een alinea noemen
- kun je een tekst grondig lezen


Slide 3 - Slide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht 35 t/m 37 op blz 192 t/m 195. 
Lars & Daan

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Angelo, Jules, Philip

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
-

Slide 4 - Slide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Slide

Waar de hele tekst over gaat heet het ...
A
onderwerp
B
deelonderwerp

Slide 6 - Quiz

Waar een alinea over gaat heet het ...
A
onderwerp
B
deelonderwerp

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Wat is de tekstsoort?
A
informerende tekst
B
amuserende tekst
C
aansporende tekst
D
uitleggende tekst

Slide 9 - Quiz

Zet deze deelonderwerpen in een logische volgorde
Deelonderwerp 1 
Deelonderwerp 2
Deelonderwerp 3
Deelonderwerp 4
Wanneer worden Pinguïn-eieren gelegd?
Wat zijn pinguïns?
Zuidpool
Verzorging van de pinguïn-eieren

Slide 10 - Drag question

Wie maakt wat?
Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 35 t/m 37 op blz 192 t/m 195.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 11 - Slide

Tekstdoel en Tekstsoort

Slide 12 - Slide

ONDERWERP
Een tekst of een verhaal gaat ergens over.
Dit noem je het onderwerp van een tekst.
Lees de tekst eerst oriënterend 
en stel dan de vraag: 
Waarover gaat de hele tekst?

Slide 13 - Slide

DEELONDERWERPEN
In een tekst kunnen verschillende dingen over een onderwerp gezegd worden.
Deze kleinere aspecten van het onderwerp zijn deelonderwerpen.

Meestal wordt er in één alinea één deelonderwerp behandeld.

Slide 14 - Slide

DEELONDERWERPEN
Als je heel snel wilt weten wat de deelonderwerpen in een tekst zijn, dan lees je een tekst globaal.

Bij globaal lezen lees je alleen de eerste en de laatste zin van elke alinea.

Slide 15 - Slide

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over voetbal?
A
De verzorging van een konijn
B
Het tenue
C
Kruidentuin
D
Koffiebonen

Slide 16 - Quiz

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over school?
A
De dierenwinkel
B
De geschiedenis van voetbal
C
Pauzes in de aula
D
Zakgeld

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Angelo, Jules & Philip jullie gaan zelfstandig opdracht 35 t/m 37 op blz 192 t/m 195 maken. 

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? - of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 35.

Slide 19 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig opdracht 35 t/m 37 op blz 192 t/m 195



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdracht na.
Daarna ga je in stilte lezen of aan je boekverslag werken. 
timer
1:00

Slide 20 - Slide

7. Evaluatie 
Hoe ging de les?
Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

- kun je het deelonderwerp van een alinea noemen?
- kun je een tekst grondig lezen?

                       

Slide 21 - Slide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk: 
Donderdag 21 maart
4.13 + 4.14 opdracht 35 t/m 37


Toetsen: 
Geen



Slide 22 - Slide