LJ1 4.13 + 4.14 / LJ2 4.16 Tekstsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: LJ1 4.13 + 4.14 - LJ2 4.16
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

LJ1: Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Laat deze nog even dicht op je tafel liggen.

LJ2: Pak je leesboek en ga in stilte lezen

2. Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen

Aan het eind van deze les:

- kun je het deelonderwerp van een alinea noemen

- kun je een tekst grondig lezen

Leergebiedoverstijgende doelen:

Denkvermogen

- Realiseert een oplossing volgens plan.

- Formuleert criteria voor de oplossing. 

3. Arrangementen + Mini-check

Verdiept (een 8 of hoger): Jessica, Gijs, Jochem en Jamie.

Jullie mogen zelfstandig aan het werk. Je maakt opdracht 35 t/m 37 op blz 192 t/m 195

De rest doet mee met de mini-check.

Waar de hele tekst over gaat heet het ...

1. onderwerp
2. deelonderwerp

Waar een alinea over gaat heet het ...

1. onderwerp
2. deelonderwerp

Wat is de tekstsoort?

1. informerende tekst
2. amuserende tekst
3. aansporende tekst
4. uitleggende tekst

Zet deze deelonderwerpen in een logische volgorde

Deelonderwerp 1 

Deelonderwerp 2

Deelonderwerp 3

Deelonderwerp 4

Wanneer worden Pinguïn-eieren gelegd?

Wat zijn pinquïns?

Zuidpool

Verzorging van de pinquïn-eieren

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 35 t/m 37 op blz 192 t/m 195.

De rest doet mee met de instructie. 

Tekstdoel en Tekstsoort

ONDERWERP

Een tekst of een verhaal gaat ergens over.

Dit noem je het onderwerp van een tekst.

Lees de tekst eerst oriënterend 

en stel dan de vraag: 

Waarover gaat de hele tekst?

DEELONDERWERPEN

In een tekst kunnen verschillende dingen over een onderwerp gezegd worden.

Deze kleinere aspecten van het onderwerp zijn deelonderwerpen.

Meestal wordt er in één alinea één deelonderwerp behandeld.

DEELONDERWERPEN

Als je heel snel wilt weten wat de deelonderwerpen in een tekst zijn, dan lees je een tekst globaal.

Bij globaal lezen lees je alleen de eerste en de laatste zin van elke alinea.

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over voetbal?

1. De verzorging van een konijn
2. Het tenue
3. Kruidentuin
4. Koffiebonen

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over school?

1. De dierenwinkel
2. De geschiedenis van voetbal
3. Pauzes in de aula
4. Zakgeld

5. Begeleid inoefenen

Geen of 1 vraag goed bij de mini-check -->

Dan maken wij samen opdracht 35

6. Zelfstandig werken

Je maakt nu zelfstandig opdracht 35 t/m 37 op blz 192 t/m 195

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdracht na.

Daarna ga je in stilte lezen of aan je boekverslag werken. 

1. Lesopening

LJ2: Pak je boek van Nederlands en open deze op blz 186

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen

Aan het eind van deze les:

- herken je overtuigende teksten

- kun je feiten en meningen onderscheiden

Leergebiedoverstijgende doelen:

Denkvermogen:

- Realiseer een oplossing volgens plan

- Formuleer criteria voor de oplossing

3. Arrangementen + Mini-check

Verdiept (een 8 of hoger): Niemand

Iedereen doet mee met de mini-check.

Wat is het doel van een overtuigende tekst?

Wat is de betekenis van een ' feit'?

Wat is de betekenis ' mening'?

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 1 t/m 3 op blz 187 t/m 189.

De rest doet mee met de instructie. 

6. Zelfstandig werken

LJ1 - Je maakt nu zelfstandig opdracht 35 t/m 37 op blz 192 t/m 195

LJ2 - Je maakt nu zelfstandig opdracht 1 t/m 3 op blz 187 t/m 189

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na

Daarna ga je in stilte lezen. 

7. Evaluatie LJ1

Hoe ging de les?

Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

- kun je het deelonderwerp van een alinea noemen?

- kun je een tekst grondig lezen?

                       

7. Evaluatie LJ2

Hoe ging de les?

Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

- herken je overtuigende teksten?

- kun je feiten en meningen onderscheiden?

                    

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk LJ1: 

Dinsdag 21 maart

4.13 + 4.14 opdracht 35 t/m 37

Huiswerk LJ2: 

Dinsdag 21 maart

4.16 opdracht 1 t/m 3

Toetsen LJ1: 

Geen

Toetsen LJ2: 

Geen