Lees de tekst en beantwoord de vragen
De cursisten leren Nederlands.Ze luisteren naar de docent.
De docent schrijft de woorden op het bord.
De cursisten schrijven met een pen.
De cursisten lezen de tekst in het boek.
Ze maken de opdracht in het boek.
En ze maken opdrachten op de computer.
De cursisten spreken samen Nederlands.