Kracht en beweging

• nask
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4,5

Hoofdstuk 11 Kracht en beweging

Nask 1 (4 kader)

Leerdoelen

Doelen H11 paragraaf 1 en 2

• Je kan hoe een beweging ontstaat
• Je kan de netto kracht (=resultante) berekenen 
• Je kan bepalen welke kant een voorwerp opgaat

Herhaling Krachten

Kracht: F in N  (=Newton)
Krachten kunnen dezelfde richting opwerken of een andere richting.
Je kunt de nettokracht
of de resultante berekenen
Fr

Krachten

Resultante kracht

Krachten samenstellen

• Soms heb je krachten die in verschillende richtingen werken.
  
• Om dan de resultante te vinden moet je de krachten samenstellen. (kop-staart methode)
  
• De grootte en richting van de pijlen zijn hierbij belangrijk.
  

Normaalkracht 

De kracht die loodrecht op het raakvlak met een voorwerp werkt.

(F​n​​)

Voortstuwende en tegenwerkende krachten

Er zijn tegenwerkende krachten

- Luchtwrijving 

- Rolwrijving

- Zwaartekracht

en voortstuwende krachten

- Zwaartekracht

- Kracht van een motor

- Duwkracht

Resultante laat snelheid veranderen

Als de duwkracht even groot is als de wrijvingskracht, dan is de resultante kracht gelijk aan 0 N

Er is dan geen versnelling DUS

• de auto staat stil OF
  
• de auto heeft een constante snelheid
  

F​duw​​=F​w​​

F​res​​=0N

resultante samengevat

Traagheid

Een voorwerp met een grote massa, heeft een grote traagheid. Dat betekent het voorwerp:

- kan langzamer optrekken

- neemt langer om tot stilstand te komen

- kan moeilijker van beweegrichting veranderen

Bijvoorbeeld: vrachtwagen trekt langzamer op en komt later tot stilstand dan een auto.

 

Aan de slag

We maken de opdrachten van paragraaf 11.1 en 11.2 in het werkboek

Wat gaan we deze les doen?

Leerdoelen

Doelen H11 paragraaf 4
- Je kan uitleggen hoe snelheid invloed heeft op veiligheid

- Je kan uitleggen welke maatregelen er zijn genomen om vervoersmiddelen veiliger te maken

snelheid kiezen

soort weg

overige verkeer

het weer

bijzondere omstandigheden

Voldoende afstand

'2 seconde regel'

s=v.t

Hoeveel afstand moet je houden als je 120 km/h rijd?

en deze uiteraard ook

kreukelzone

kooiconstructie

ABS

Aan de slag

Maak de opdrachten van paragraaf 11.4 in je werkboek

Klaar? Laat controleren en kijk de opdrachten na

Wat gaan we deze les doen?

Samenvatten 

Hoofdstuk 11 (berekeningen en binas)

Opdrachten paragraaf 1 t/m paragraaf 4 afmaken

Opdrachten nakijken test jezelf maken

Afsluiting met Kahoot

https: