Les 1.1

Les 1.1 Een stroomkring maken
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les 1.1 Een stroomkring maken

Slide 1 - Slide

Planning
  • Bespreken practicum 4.1
  • Korte uitleg 4.1 Een stroomkring maken
  • Maken opgaven
  • Nakijken opgaven

Slide 2 - Slide

Stroomkring
Stroomkring: door een gesloten stroomkring kan een lampje branden.


Elk onderdeel van deze stroomkring heeft een eigen functie:
  • Batterij: levert de elektrische energie.
  • Snoeren: vervoeren energie naar lampje.
  • Lampje: zet elektrische energie om in licht en warmte.

Slide 3 - Slide

Geleider v.s. Isolator
Geleiders: stoffen waar elektrische stroom gemakkelijk doorheen kan lopen. 
  • Alle metalen zijn geleiders. 
  • Koolstof is ook een geleider. 
Isolatoren: Stoffen die elektrische stroom slecht doorlaten.
  • Rubber, glas en de meeste soorten plastics. (dus vaste stof dat geen metaal is).
  • Lucht
    



Slide 4 - Slide

Schakelaar
Schakelaar: met een schakelaar kun je de stroom in- en uitschakelen.


Slide 5 - Slide

stroomsterkte
Stroommeter/ampèremeter: 
kun je meten wat de stroomsterkte is.

Stroomsterkte: de grootte van de stroom.
  • De eenheid is ampère (A)
  • Als de stroom klein is, meet je de stroom in miliampère (mA).
  • 1 A = 1000 mA





Slide 6 - Slide

Maken: 2, 4 t/m 8

Slide 7 - Slide

2
  • Koper = geleider
  • Rubber = isolator
  • Glas = isolator
  • Staal = geleider 
  • Koolstof = geleider
  • Plastic = isolator

Slide 8 - Slide

4
  • a) als je de draad raakt, wordt de stroomkring gesloten en krijgt het belletje elektrische energie en gaat het rinkelen. 
  • b) -

Slide 9 - Slide

5
  • a) Als je het koperen binnenste aanraakt, kun je een schok krijgen.
  • b) Het materiaal moet stroom niet geleiden/ het materiaal moet een isolator zijn. 
  • c) Koper en aluminium zijn geleiders, je kunt dus nog steeds een schok krijgen.

Slide 10 - Slide

6
  • Stroommeter a: 0,028 A
  • Stroommeter b: 1,1 A
  • Stroommeter c: 0,37 A

Slide 11 - Slide

6
  • Stroommeter a: 0,028 A
  • Stroommeter b: 1,1 A
  • Stroommeter c: 0,37 A

Slide 12 - Slide

7
  • a) 2,3 A
  • b) B

Slide 13 - Slide

8

  • a) 0,037 A
  • b) 0,452 A
  • c) 250 mA
  • d) 32 A
  • e) 0,003 A


  • f) 0,950 A
  • g) 72 mA
  • h) 8 mA
  • i) 1,282 A
  • j) 125 mA

Slide 14 - Slide