2.4 Wat is verzekeren?

1 / 30
next
Slide 1: Slide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Terugblik vorige les paragraaf 2.3. "Lenen"

Slide 6 - Slide

Waarom lenen mensen geld?

Slide 7 - Open question

Uit welke delen bestaat de maandtermijn?
A
Aflossen en rente
B
Lenen en sparen
C
Investering en winst
D
Inkomen en uitgaven

Slide 8 - Quiz

Carmen leent € 1.500,- om een scooter te kunnen kopen. Zij betaalt 9% rente per jaar.

Jaarlijks is zij.....kwijt aan rente.
A
13,50
B
135,-
C
150,-
D
1635,-

Slide 9 - Quiz

Huiswerk paragraaf 2.4. opdracht 57 t/m 64


Wat was moeilijk?

Slide 10 - Slide

H2 Jij en je geld
2.4 Wat is verzekeren?

Boek blz. 72 - 77 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Voor je vakantie kun je een reisverzekering afsluiten.

Noteer twee voorbeelden van schades die je tijdens je vakantie kunt hebben.

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Wat is een polis?
A
De hoogte van je premie
B
De schadevergoeding
C
Het bewijs dat je verzekerd bent
D
De premie die je moet betalen

Slide 21 - Quiz

Een ander woord voor verzekeraar is...

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Lynn heeft een reisverzekering. Tijdens haar vakantiereis raakt ze haar koffers kwijt. Ze heeft een schade van € 430. Haar eigen risico is € 100.

Welk bedrag betaalt de verzekeringsmaatschappij?
A
100 euro
B
330 euro
C
430 euro
D
530 euro

Slide 29 - Quiz

Wat moet je maken?
Blz. 75 - 77 opdracht 66 t/m 69
Blz. 78 samenvatting les 2.4

--> Af op vrijdag 15 december

Klaar? Maak de hele samenvatting

Slide 30 - Slide