This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Formuleren H1
Slide 1 - Slide
Formuleren
Als schrijver... vraag 1: wat ga ik zeggen? (inhoud) vraag 2: hoe ga ik het zeggen (vorm)
Slide 2 - Slide
Doelen:
Je herkent stijlfiguren en stijlfouten in een tekst.
iets wordt twee keer gezegd.
onjuiste herhaling
pleonasme
tautologie
contaminatie
dubbele ontkenning
Slide 3 - Slide
Onjuiste herhaling
Als een vast voorzetsel ten onrechte
twee keer wordt gebruikt, is dat een
onjuiste herhaling!
Je klasgenoten gaan zich aan die
rotopmerkingen van jou steeds meer
aan ergeren.
Slide 4 - Slide
Pleonasme en Tautologie
Een bepaalde eigenschap wordt herhaald.
Iets wordt volledig herhaald.
Slide 5 - Slide
Pleonasme en Tautologie
Een bepaalde eigenschap wordt herhaald.
Iets wordt volledig herhaald.
Slide 6 - Slide
Pleonasme en Tautologie
Een bepaalde eigenschap wordt herhaald.
Iets wordt volledig herhaald.
Verbeteren: eigenschap weghalen
Verbeteren: willekeurig eentje weghalen
Slide 7 - Slide
Stijlfiguur of stijlfout - pleonasme
Een pleonasme kan een versterking zijn van een beeld dat je wilt schetsen. 'natte tranen' 'groen gras' 'witte sneeuw' Als je zo een eigenschap wilt benadrukken, maak je gebruik van een stijlfiguur.
Slide 8 - Slide
Stijlfiguur of stijlfout - pleonasme
Als de extra eigenschap overbodig is, is het wel een stijlfout.
De bal valt naar beneden
De uiterste grens is bereikt
Slide 9 - Slide
Stijlfiguur of stijlfout - tautologie
Ook een tautologie kan een versterking zijn. Veel uitdrukkingen zijn een tautologie 'gratis en voor niets','vast en zeker' of 'list en bedrog'.
Slide 10 - Slide
Stijlfiguur of stijlfout - tautologie
Voorbeelden van overbodige herhaling zijn:
Die jurken zijn identiek hetzelfde.
Om 12 uur ben ik nog wakker, want ik wil immers nooit slapen.
Slide 11 - Slide
Nog even iets extra:
Pleonasme: je voegt een eigenschap van iets toe in een uiting, terwijl dat niet nodig is of al vanzelf spreekt.De woorden die gebruikt worden, behoren niet tot dezelfde woordsoort.
Tautologie:je zegt/schrijft twee keer hetzelfde, in andere woorden, achter elkaar. Hier worden wel vaak dezelfde woordsoorten gebruikt.
Let op: soms maken een pleonasme of een tautologie een tekst sterker. Soms juist niet. Hier gaan we in een volgende les op in.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
In het kort:
Pleonasme: je voegt een eigenschap van iets toe in een uiting, terwijl dat niet nodig is of al vanzelf spreekt.
Tautologie: je zegt/schrijft twee keer hetzelfde, in andere woorden, achter elkaar.
Stijlfiguur: versterkt het effect - is correct.
Stijlfout: onnodige herhaling - is incorrect.
Slide 14 - Slide
De bal is omlaag gevallen
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 15 - Quiz
Vaak en dikwijls gebeurt het.
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 16 - Quiz
Ik heb het zelf persoonlijk afgeleverd.
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 17 - Quiz
Een eetbare groentesoep.
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 18 - Quiz
Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 19 - Quiz
Dubbele ontkenning
Bij een dubbele ontkenning zeg je het tegenovergestelde van wat je bedoelt. Bij zinnen met een woord dat al een ontkennend karakter heeft, wordt dan ten onrechte een tweede ontkenning toegevoegd.
Ik zal je wel even afleren om niet meer zo’n grote mond te hebben.
Slide 20 - Slide
Dubbele ontkenning
Bij een dubbele ontkenning zeg je het tegenovergestelde van wat je bedoelt. Bij zinnen met een woord dat al een ontkennend karakter heeft, wordt dan ten onrechte een tweede ontkenning toegevoegd.
Slide 21 - Slide
Contaminatie
Een onjuiste vermenging van twee uitdrukkingen of woorden.