les 2 H7 Formuleren paragraaf 1 Dubbelop

Formuleren H1 Dubbelop
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Formuleren H1 Dubbelop

Slide 1 - Slide

Deze les:
  1. Toets inzien (nu)
  2. Welke fouten moet je straks allemaal kunnen herkennen?
  3. Terugblik voor de vakantie (dubbelop)
  4. Oefenen uit het boek

    (Volgende les: tijd voor je boekverslag!)

Slide 2 - Slide

Welke fouten moet je straks allemaal kunnen herkennen?
  1. Dubbelop
  2. Fouten met verwijswoorden
     Dat is het lekkerste dat ik ooit gegeten heb.    (wat!)
  3.  Incongruentie
    Het aantal mensen die een cavia bezitten, stijgt.     (bezit!)
  4. Dat/als constructie
    De schoolleiding heeft besloten dat wanneer leerlingen gaan staken, zij dan de lessen moeten inhalen. (Voorwaarde achteraan: De schoolleiding heeft besloten dat leerlingen de lessen moeten inhalen als zij gaan staken.)
  5. Foutieve samentrekking
    Mijn opa gaf een feest en werd een reis aangeboden. (...en hem werd een...)
  6. Foutieve beknopte bijzin
    In roomboter gebraden smaakt het vlees hem erg goed. (Het vlees dat in roomboter is gebraden...)
  7. Onjuist begrensde zinnen 
    (Wanneer begin en eindig je een zin?)



Slide 3 - Slide

Dubbelop (terugblik)

  • pleonasme
  • tautologie
  • contaminatie
  • dubbele ontkenning



Slide 4 - Slide

Dubbelop (terugblik)

  • pleonasme
  • tautologie
  • contaminatie
  • dubbele ontkenning



Slide 5 - Slide

Dubbelop (terugblik)

  • pleonasme
  • tautologie
  • contaminatie
  • dubbele ontkenning



Slide 6 - Slide

Dubbelop (terugblik)

  • pleonasme
  • tautologie
  • contaminatie
  • dubbele ontkenning



Er mag geen vuurwerk worden afgestoken door minderjarige kinderen.

Slide 7 - Slide

Dubbelop (terugblik)

  • pleonasme
  • tautologie
  • contaminatie
  • dubbele ontkenning



Er mag geen vuurwerk worden afgestoken door minderjarige kinderen.

Slide 8 - Slide

Dubbelop (terugblik)

  • pleonasme
  • tautologie
  • contaminatie
  • dubbele ontkenning



Hij weet het wel, maar hij maakt echter steeds dezelfde fout.

Slide 9 - Slide

Dubbelop (terugblik)

  • pleonasme
  • tautologie
  • contaminatie
  • dubbele ontkenning



Hij weet het wel, maar hij maakt echter steeds dezelfde fout.

Slide 10 - Slide

Dubbelop (terugblik)

  • pleonasme
  • tautologie
  • contaminatie
  • dubbele ontkenning



Hoe voorkomt hij dat hij niet te laat komt? 

Slide 11 - Slide

Dubbelop (terugblik)

  • pleonasme
  • tautologie
  • contaminatie
  • dubbele ontkenning



Hoe voorkomt hij dat hij niet te laat komt? 

Slide 12 - Slide

Oefenen Dubbelop 
Maak (online of uit het boek) opdracht 1 t/m 3 van Formuleren 1 Dubbelop, blz. 230, 231. 

De volgende lessen deze week:
les 2: werken aan je boekverslag (handelingsdeel 2 deadline di. 17 jan.)
           
(anders bovenstaande opdrachten afmaken en daarna ander
             schoolwerk)
les 3: start met paragraaf 2, fouten met verwijswoorden.
            


Slide 13 - Slide

Pleonasme en Tautologie 
Een bepaalde eigenschap wordt herhaald.
Iets wordt volledig herhaald.

Slide 14 - Slide

Pleonasme en Tautologie 
Een bepaalde eigenschap wordt herhaald.
Iets wordt volledig herhaald.
Verbeteren: eigenschap weghalen
Verbeteren: willekeurig eentje weghalen

Slide 15 - Slide

Stijlfiguur of stijlfout - pleonasme
Een pleonasme kan een versterking zijn van een beeld dat je wilt schetsen. 
 'natte tranen'
 'groen gras'
'witte sneeuw'                                           Als je zo een eigenschap wilt
                                benadrukken, maak je gebruik van een stijlfiguur.

Slide 16 - Slide

Stijlfiguur of stijlfout - pleonasme
Als de extra eigenschap overbodig is, is het wel een stijlfout.

De bal valt naar beneden
De uiterste grens is bereikt

Slide 17 - Slide

Stijlfiguur of stijlfout - tautologie
Ook een tautologie kan een versterking zijn. 
Veel uitdrukkingen zijn een tautologie
 'gratis en voor niets', 'zeker en vast' of 'list en bedrog'.
Deze zijn geaccepteerd als stijlfiguur en zijn dus correct. 

Slide 18 - Slide

Stijlfiguur of stijlfout - tautologie
Voorbeelden van overbodige herhaling zijn: 

Die jurken zijn identiek hetzelfde. 

Om 12 uur ben ik nog wakker, want ik wil immers nooit slapen.  

Slide 19 - Slide

Filmpje!
We kijken  het filmpje. Let eens op de pleonasmen en de tautologieën die deze bijzondere Vlaamse professor gebruikt...

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

In het kort:
Pleonasme: je voegt een eigenschap van iets toe in een uiting, terwijl dat niet nodig is of al vanzelf spreekt. 
Tautologie: je zegt/schrijft twee keer hetzelfde, in andere woorden, achter elkaar. 

Stijlfiguur: versterkt het effect - is correct.
Stijlfout: onnodige herhaling - is incorrect.

Slide 22 - Slide

De bal is omlaag gevallen
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 23 - Quiz

Het verschillend onderscheid
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 24 - Quiz

Vaak en dikwijls gebeurt het.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 25 - Quiz

Ik heb het zelf persoonlijk afgeleverd.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 26 - Quiz

Een eetbare groentesoep.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 27 - Quiz

Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 28 - Quiz

Nog even iets extra:
Pleonasme: je voegt een eigenschap van iets toe in een uiting, terwijl dat niet nodig is of al vanzelf spreekt. De woorden die gebruikt worden, behoren niet tot dezelfde woordsoort.

Tautologie: je zegt/schrijft twee keer hetzelfde, in andere woorden, achter elkaar. Hier worden wel vaak dezelfde woordsoorten gebruikt.

Let op: soms maken een pleonasme of een tautologie een tekst sterker.  Soms juist niet. Hier gaan we in een volgende les op in.

Slide 29 - Slide

Ze zijn identiek gelijk aan elkaar.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 30 - Quiz

Lees dat eens hardop voor!
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 31 - Quiz

De antwoorden van de toets lagen open en bloot op tafel.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 32 - Quiz

Dubbele ontkenning
Bij een dubbele ontkenning zeg je het tegenovergestelde van wat je bedoelt. Bij zinnen met een woord dat al een ontkennend karakter heeft, wordt dan ten onrechte een tweede ontkenning toegevoegd.

Ik zal je wel even afleren om niet meer zo’n grote mond te hebben.

Slide 33 - Slide

Dubbele ontkenning
Bij een dubbele ontkenning zeg je het tegenovergestelde van wat je bedoelt. Bij zinnen met een woord dat al een ontkennend karakter heeft, wordt dan ten onrechte een tweede ontkenning toegevoegd.


Slide 34 - Slide

Contaminatie
Een onjuiste vermenging van twee uitdrukkingen of woorden.

De ring kost duur. 
Ik mag de toets overnieuw maken. 

Slide 35 - Slide

Maak het werkblad (mag in duo)
  • pleonasme (De witte maan)
  • tautologie (eenzaam en alleen)
  • contaminatie (verhusseling: het weegt zwaar)
  • dubbele ontkenning (ik heb nooit ontkent dat ik daar niet
                                                                                                                           was)

WE BESPREKEN HET WERKBLAD AAN HET EIND VAN DE LES.



Slide 36 - Slide

Volgende les
Maak een team van 4-6 leerlingen.
Bedenk een naam voor jullie team.

Slide 37 - Slide