4.4 Aantonen van zouten

Zouten
4.4 Aantonen van zouten
1 / 20
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Zouten
4.4 Aantonen van zouten

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je leert de oplosvergelijking en indampvergelijking van zouten opstellen.
  • Je leert de oplosbaarheidstabel in Binas gebruiken.
  • Je leert onbekende ionen in een oplossing aantonen door de kleur of door de vorming van een neerslag.
  • Je leert de vergelijking van een neerslagreactie opstellen.


Slide 2 - Slide

Herhaling

Slide 3 - Slide

Van atoom naar ion

Slide 4 - Slide

Ladingen van ionen
  • Een positief ion heeft minder elektronen dan het overeenkomstige atoom.
  • Een negatief ion heeft meer elektronen dan het overeenkomstige atoom.
  • Elektronen kwijt            positief.
  • Elektronen bij          negatief.

Slide 5 - Slide

Enkelvoudige ionen
  • Enkelvoudige ion: ion dat bestaat uit 1 element zoals: K+, Na+, Cl-, Ca2+

  • Belangrijk elementen halen planten uit de bodem:
       Metalen: zoals K+ en Mg2+ ionen. Met name deze positieve ionen zijn                nodig voor een goede groei.
       De niet-metalen zoals stikstof, fosfor en zwavel. 
        Hoe? Samengesteld ion!

Slide 6 - Slide

Samengesteld ion
Een samengesteld ion:
  • Groepje niet-metalen of groepje metalen
  • heeft 1 of meer elektronen te veel of te weinig

Slide 7 - Slide

Het opstellen van een oplosvergelijking:
  • Controleer oplosbaarheid met BINAS tabel 45
  • Het (nog) niet opgeloste zout heeft fase (s)
  • Na oplossen zijn er losse ionen met fase (aq)
  • Noteer de lading van de ionen
  • Elke index wordt een coëfficiënt in de vergelijking





CaCl2 (s)              Ca2+(aq) + 2 Cl- (aq)

Slide 8 - Slide

Indampvergelijking
Gaan precies de andere kant op:
                          Ca2+(aq) + 2 Cl- (aq)                CaCl2 (s)
Indampreactie:
  • Het water verdampt
  • de positieve en negatieve ionen zoeken elkaar weer op en
  • Vormen een ionrooster.

Na het indampen blijft het zout als residu achter


Slide 9 - Slide

Nieuw

Slide 10 - Slide

Hoe kun je onderzoeken welk zout er in een oplossing zit?

Slide 11 - Slide

Oplosbaarheid
  • Oplosbaarheid
        Sommige zouten lossen goed op, sommige niet
        BINAS 45A: Welke combinatie tussen een metaal 
        en een niet-metaal lost goed op
  • Kleur van een zoutoplossing
        Sommige ionen geven de oplossing een kleur, bv Cu2+

  • Oplosbaarheid van een zout is te gebruiken voor het aantonen                                                           van verontreinigingen in een zout



Slide 12 - Slide

Vlamkleuring
  • Niet alle ionen slaan neer. Na+ net als K+ lost altijd op.
  • Binas tabel 65A: de kleur die een vlam krijgt als je er de zoutoplossing inhoud
  • Kleur van vuurwerk = vlamkleuring



Slide 13 - Slide

Neerslagreactie

Slide 14 - Slide

Even oefenen
Zoek voor jezelf uit of de volgende stoffen goed oplossen:
Natriumcarbonaat
Kopersulfaat
Calciumchloride

Schrijf de oplosvergelijking op!

Slide 15 - Slide

Even oefenen
Je mengt een oplossing van natriumcarbonaat met een een oplossing van calciumchloride. Je filtreert de neerslag en dampt het filtraat in.
  • Maak een neerslagtabel met alle ionen.
  • Leg met een reactievergelijking uit welke stof na samenvoegen ontstaat.
  • Schrijf ook de indampvergelijking op.

Slide 16 - Slide

Natriumcarbonaat + Calciumchloride
Stap 1: Na+(aq), CO32-(aq), Ca2+(aq), Cl-(aq) 
Stap 2+3: 



Stap 4:      Ca2+(aq) + CO32-(aq)                   CaCO3 (s)
CO32-
Cl-
Na+
G
G
Ca2+
S
G

Slide 17 - Slide

Even oefenen
Je mengt een oplossing van natriumcarbonaat met een een oplossing van kopersulfaat. Je filtreert de neerslag en dampt het filtraat in.
  • Maak een neerslagtabel met alle ionen.
  • Leg met een reactievergelijking uit welke stof na samenvoegen ontstaat.
  • Schrijf ook de indampvergelijking op.

Slide 18 - Slide

Natriumcarbonaat + Kopersulfaat
Stap 1: Na+(aq), CO32-(aq), Cu2+(aq), SO42-(aq) 
Stap 2+3: 



Stap 4:      Cu2+(aq) + SO42-(aq)                   CuCO4 (s)
CO32-
SO42-
Na+
G
G
Cu2+
S
G

Slide 19 - Slide

Huiswerk
Leren en maken 4.4

Slide 20 - Slide