What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
oefenen voor de toets blok 1 en 2
oefenen voor de toets blok 1 en 2
1 / 40
next
Slide 1:
Slide
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
This lesson contains
40 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
oefenen voor de toets blok 1 en 2
Slide 1 - Slide
Wat is turf?
A
hard zand
B
nat veen
C
gedroogd veen
D
versteend hout
Slide 2 - Quiz
Waar werden hout, turf en steenkool voor gebruikt?
A
brandstof
B
voedsel
C
bouwmateriaal
Slide 3 - Quiz
Wat is geen fossiele brandstof?
A
hout
B
turf
C
steenkool
D
aardgas
Slide 4 - Quiz
In welk soort gebied is veen ontstaan?
A
Droge gebieden
B
Moerassen
C
Zee
D
Bossen
Slide 5 - Quiz
Waarom werd hout op een gegeven moment minder gebruikt als brandstof?
A
Het kostte veel werk om te kappen
B
Men vond het stinken
C
Het meeste bos was al gekapt
Slide 6 - Quiz
Waaruit is steenkool ontstaan?
Slide 7 - Open question
Wat wordt uit mijnen gehaald?
A
veen
B
turf
C
hout
D
steenkool
Slide 8 - Quiz
Vergeleken met andere Europese landen had Engeland een voorsprong bij de industrialisatie. Waardoor kwam dat? Er zijn meerdere antwoorden juist.
A
De Engelse bodem bevatte veel grondstoffen zoals ijzererts en steenkool.
B
De Engelsen waren vóór de industrialisatie al erg rijk.
C
Engeland had een gunstige ligging ten opzichte van andere landen.
D
Engeland had veel koloniën waar grondstoffen vandaan kwamen.
Slide 9 - Quiz
Met welke grondstof werden de eerste stoommachines aangedreven ?
A
Turf
B
Water
C
Olie
D
Steenkool
Slide 10 - Quiz
Hoe is dit landschap ontstaan?
Slide 11 - Open question
Wat is een vestigingsplaatsfactor?
A
De stad waar je vandaan komt
B
Een reden om een bedrijf ergens te beginnen
C
Een soort markt
Slide 12 - Quiz
Wat was de vestigingsplaatsfactor van fabrieken met stoommachines.
A
Bij mijnen in de buurt.
B
Langs moerassen.
C
Bij de stad in de buurt.
D
Lang rivieren.
Slide 13 - Quiz
De weg die een product aflegt van grondstof tot eindproduct en consument noemen we:
A
de bedrijfskolom
B
de halffabricaat
C
het modern imperialisme
D
de vestigingsplaatsfactor
Slide 14 - Quiz
In welk rijtje staan de verschillende energiebronnen in de juiste tijdsvolgorde?
A
steenkool, turf, hout, aardgas
B
hout, turf, steenkool, aardgas
C
turf, hout, steenkool, aardgas
D
turf, steenkool, hout, aardgas
Slide 15 - Quiz
Wat is een half fabrikaat?
A
Een tafel
B
Steenkool
C
Staal
D
Schapenwol
Slide 16 - Quiz
Wat is een half fabrikaat
A
Ipad
B
boom
C
automotor
D
stoeptegel
Slide 17 - Quiz
Wat is een eindproduct
A
katoen
B
spijkerstof
C
spijkerbroek
D
garen
Slide 18 - Quiz
Wat vervoerde men tijdens de industriële revolutie van Noord-Amerika naar Engeland
A
halffabricaten
B
eindproducten
C
grondstoffen
D
luxegoederen
Slide 19 - Quiz
Wat was aan het eind van de negentiende eeuw het belangrijkste vervoermiddel voor mensen in Nederland?
A
de auto
B
de trein
C
de fiets
D
het vliegtuig
Slide 20 - Quiz
Wat is tol?
A
Belasting voor het gebruiken van een weg.
B
Iets wat je leuk vind
C
Het invullen van papieren om een weg te gebruiken
D
Een weg die niet gebruikt kan worden
Slide 21 - Quiz
A de auto B. De fiets
C de stoomtrein D de trekschuit
E de zeilboot
Slide 22 - Open question
Massagoederen zijn:
A
Losse of verpakte goederen.
B
Makkelijk te laden goederen.
C
Onverpakte goederen die in grote hoeveelheden worden vervoerd.
D
Moeilijk te laden goederen.
Slide 23 - Quiz
Wat is een voorbeeld van stukgoederen
A
Grind
B
Aardappels
C
boeken
D
Olie
Slide 24 - Quiz
Wat is een voorbeeld van massagoed
A
telefoons
B
Frames van fietsen
C
Benzine
D
schoenen
Slide 25 - Quiz
Welke koning begon met industrialisatie in Nederland?
A
Willem I
B
Willem II
C
Willem III
D
Willem IV
Slide 26 - Quiz
Wat deed Willem I om de Nederlanden te moderniseren?
A
Aanleggen van wegen, kanalen en spoorwegen.
B
Subsidies geven aan fabrieken.
C
De koloniën vielen nu onder direct bestuur van Nederland, geen VOC en WIC
D
Hij richtte de Nederlandse Handelsmaatschappij op
Slide 27 - Quiz
De eerste spoorlijn in Nederland werd aangelegd tussen
A
Amsterdam en Utrecht
B
Amsterdam en Rotterdam
C
Amsterdam en Den Haag
D
Amsterdam en Haarlem
Slide 28 - Quiz
Nationalisme is:
A
Een eigen staat voor je land willen.
B
Een grote liefde hebben voor je eigen volk.
C
Een leger hebben om je eigen volk te verdedigen.
D
Niet zwakker willen zijn dan andere volken.
Slide 29 - Quiz
Hoe is het nationalisme in de negentiende eeuw ontstaan?
A
Door de uitbreiding van de industrie kwamen er meer vervoermiddelen. Daardoor leerden mensen elkaar kennen.
B
Door de uitvinding van de stoommachine konden mensen sneller reizen. Zo kwamen zij op meer plekken in Nederland.
C
Door de groei van de welvaart waren mensen trots op hun land.
D
Er kwam uitbreiding van de industrie. Daardoor kwamen er meer vervoermiddelen, en konden mensen en producten vervoerd worden.
Slide 30 - Quiz
Wat was geen gevolg van de industriële revolutie?
A
Er ontstonden fabrieken en de infrastructuur verbeterde.
B
De huisnijverheid stopte. Mensen gingen in fabrieken werken.
C
Werknemers werden slecht betaald en werkten onder slechte omstandigheden
D
Mensen gingen meer geld verdienen dan ze deden in de huisnijverheid.
Slide 31 - Quiz
Waarom is Rotterdam de ideale plek voor import en export?
Kies de 2 juiste antwoorden.
A
De haven ligt aan zee.
B
Er wonen veel buitenlanders en dat is handig voor de handel.
C
Er is een goede infrastructuur.
D
Nederland is een klein land en heeft dus veel nodig uit het buitenland.
Slide 32 - Quiz
Wat is infrastructuur?
A
alle voorziening die nodig zijn om personen goederen of informatie te vervoeren
B
spoorwegen, waterwegen, vliegvelden en internet
Slide 33 - Quiz
Wat hoort niet bij infrastructuur?
A
Kanalen
B
Schepen
C
Spoorlijn
D
Wegen
Slide 34 - Quiz
Import is
A
Het uitvoeren van binnenlandse goederen en diensten
B
In eigen land producten kopen.
C
Het invoeren van buitenlandse goederen en diensten
D
In eigen land producten verkopen
Slide 35 - Quiz
Uitvoer van goederen:
A
Detailhandel
B
Export
C
Groothandel
D
Import
Slide 36 - Quiz
Invoer van goederen noem je:
A
Detailhandel
B
Export
C
Groothandel
D
Import
Slide 37 - Quiz
Wat is Modern Imperialisme
A
Het verkopen van goederen
B
Het oprichten van voetbal clubs
C
Het stichten van kolonies om zo veel mogelijk producten te verkopen
D
Zo veel mogelijk grondstoffen uit de grond halen
Slide 38 - Quiz
Voor de Industriële Revolutie was er veel huisnijverheid. Wat is huisnijverheid?
A
thuis schoonmaken
B
het maken van textiel in een fabriek
C
thuis spullen maken om te verkopen
D
het bewerken van grondstoffen in een fabriek
Slide 39 - Quiz
Bedrijfskolom
A
Weg van grondstof naar product.
B
Samenwerkende bedrijven aan een product.
Slide 40 - Quiz
More lessons like this
Thema 9 Grondstoffen blok 1
April 2024
- Lesson with
36 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
Leerwerkboek 9 blok 1 KGT
December 2023
- Lesson with
14 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Blok 9 Energie en grondstoffen les voor de toets
December 2022
- Lesson with
21 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Blok 1 Energie en grondstoffen
February 2024
- Lesson with
16 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
M&M thema grondstoffen B1
November 2021
- Lesson with
33 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Oefentoets samenvatting grondstoffen
January 2024
- Lesson with
25 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Grondstoffen K2, blok 1+2
February 2024
- Lesson with
38 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
M&M periode 4 - Blok 1 deel 2
March 2021
- Lesson with
37 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2