Ik kan de volume bepalen met de onderdompelmethode
Slide 9 - Slide
Meten
Net als bij een recept als je een taart bakt zijn er in de natuurkunde ook hoeveelheden.
Deze hoeveelheden hebben verschillende grootheden, en die grootheden hebben hun eigen symbool.
B.v. massa is m en volume is V.
Symbolen staan altijd schuin gedrukt.
Slide 10 - Slide
Meetinstrument
Om een grootheid te meten gebruik je een meetinstrument.
Voor massa gebruik je een weegschaal.
Volume een maatcilinder.
Temperatuur meet je met een thermometer.
Afstand met een liniaal of een rolmaat.
Tijd met een stopwatch of een klok.
Slide 11 - Slide
Eenheid
Elke grootheid heeft zijn eigen eenheid. Hierover zijn vaste afspraken gemaakt en die zijn vastgelegd in het Système International (SI). Deze moet je kennen.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Omrekenen
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quiz
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Open question
Slide 23 - Open question
Slide 24 - Open question
Slide 25 - Open question
Slide 26 - Open question
Slide 27 - Open question
Slide 28 - Open question
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Wat heb je vandaag geleerd?
Slide 38 - Mind map
Klaswerk / huiswerk
AFSPRAKEN HUISWERK:
Kies één van 2 manieren van huiswerk maken:
- Digitale methode
- In je schrift
Je maakt je huiswerk altijd de avond van tevoren af. Als je het in je schrift maakt moet je ook een fotootje in lessonup inleveren.