H3 klimaten

Klimaatzones
1 / 30
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Klimaatzones

Slide 1 - Slide

Leerdoel
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen weer en klimaat. 
  • Ik ken de 5 klimaatzones.

Slide 2 - Slide

Lesactiviteiten
  • Uitleg over het weer en klimaat
  • Uitleg over de 5 klimaatzones.
  • Aan het werk 'zelfoefenen'
  • Evaluatie

Slide 3 - Slide

Het weer = ?

Slide 4 - Mind map

Het klimaat = ?

Slide 5 - Mind map

Wat is het verschil tussen het weer en het klimaat?

Slide 6 - Open question

Wat meet je als je "het weer" wilt bepalen?
A
Warmte en de kou
B
Warmte, regen en wind
C
Hoeveel graden het is over lange tijd
D
Warmte en de temperatuur

Slide 7 - Quiz

Hoe kun je het klimaat van een gebied bepalen?
A
Je meet de warmte, neerslag en de wind
B
Je meet hoe warm het is gedurende 1 jaar
C
Je meet het weer over lange tijd
D
Je kijkt naar de zomer- en wintertemperauur

Slide 8 - Quiz

De klimaatzones

Slide 9 - Slide

poolklimaat
  • Het hele jaar is het er koud. 
  • Er is het hele jaar neerslag; meestal sneeuw.
  • Er groeit alleen wat mos of grassen. 

Slide 10 - Slide

zeeklimaat
  • koele zomers en warme winters
  • hele jaar neerslag
  • je hebt 4 seizoenen

Slide 11 - Slide

landklimaat
  • er zijn koude winters en hete zomers
  • er zijn 4 seizoenen.

Slide 12 - Slide

tropisch klimaat
  • Het is er altijd warmer dan 18 graden
  • Er is veel regen of je hebt er het regenseizoen.

Slide 13 - Slide

woestijn klimaat
  • Het is er heel droog
  • Het is er heel erg warm.

Slide 14 - Slide


A
Droog klimaat
B
Poolklimaat
C
Gematigd klimaat
D
Tropisch klimaat

Slide 15 - Quiz


A
Poolklimaat
B
Tropisch klimaat
C
Droog klimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 16 - Quiz


A
Droog klimaat
B
Tropisch klimaat
C
Poolklimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 17 - Quiz


A
tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Pool klimaat
D
Landklimaat

Slide 18 - Quiz

Welk klimaat heeft Nederland?

Slide 19 - Open question

Hoofdstuk 3: klimaten les 2
KLIMAATGRAFIEKEN

Slide 20 - Slide

Lesinhoud
Leerdoel
  • Ik kan de juiste klimaatgrafiek bij een klimaat kiezen. 
Lesactiviteiten
  • Uitleg over klimaatgrafieken.
  • Aan het werk aan de voorbereiding van de toets of de folder. 
  • Toetsvoorbereiding: 3.1 nakijken en 3.2 maken.


Slide 21 - Slide

klimaatgrafieken
  • Maanden van het jaar.
  • Neerslag
  • temperatuur

Slide 22 - Slide

poolklimaat
  • Het hele jaar is het er koud.
  • Het hele jaar valt er neerslag, meestal sneeuw. 
  • Er groeien alleen wat mossen of grassen. 

Slide 23 - Slide

zeeklimaat
  • Koele zomers en warme winters
  • Het hele jaar neerslag. 
  • er groeien vooral loofbomen. 
  • Je hebt 4 seizoenen. 

Slide 24 - Slide

landklimaat
  • Er zijn koude winters en hete zomers.
  • Er zijn 4 seizoenen.
  • Er groeien loofbomen en naaldbomen. 

Slide 25 - Slide

tropisch klimaat
  • Het is er altijd warmer dan 18 graden
  • Er is veel regen of je hebt er het regenseizoen.
  • Er groeit tropisch regenwoud of grassen, struiken en loofbomen.

Slide 26 - Slide

woestijn klimaat
  • Het is er heel droog.
  • Het is er heel erg warm.
  • Er groeien allen struiken en planten die goed tegen de hitte kunnen.

Slide 27 - Slide

Aan het werk
  • Ga aan de slag met je klimaatfolder.
  • Voor de toetsvoorbereiding maak je nu 3.2
timer
1:00

Slide 28 - Slide

De klimaatgrafieken

Slide 29 - Slide

zeeklimaat
tropisch klimaat
woestijnklimaat
landklimaat
poolklimaat

Slide 30 - Drag question