This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Klimaten
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Ik kan het verschil uitleggen tussen weer en klimaat.
Ik ken de 5 klimaatzones.
Slide 2 - Slide
Lesactiviteiten
Uitleg over het weer en klimaat
Uitleg over de 5 klimaatzones.
Evaluatie
Slide 3 - Slide
Wat wordt er bedoelt met het weer?
Slide 4 - Slide
Het weer is zoals de atmosfeer nu is. Je kunt hier iets over zeggen door te kijken naar de temperatuur, de luchtvochtigheid, neerslag, bewolking en wind.
Slide 5 - Slide
Wat wordt er bedoelt met het klimaat?
Slide 6 - Slide
Het klimaat is een gemiddelde, gemeten over een langere periode, bijvoorbeeld dertig jaar, van de temperatuur, luchtvochtigheid, neerslag, bewolking en wind.
Slide 7 - Slide
Hoofdstuk 3
KLIMAATZONES EN DE 5 HOOFDKLIMATEN
Slide 8 - Slide
Wat meet je als je "het weer" wilt bepalen?
A
Warmte en de kou
B
Warmte, regen en wind
C
Hoeveel graden het is over lange tijd
D
Warmte en de temperatuur
Slide 9 - Quiz
Hoe kun je het klimaat van een gebied bepalen?
A
Je meet de warmte, neerslag en de wind
B
Je meet hoe warm het is gedurende 1 jaar
C
Je meet het weer over lange tijd
D
Je kijkt naar de zomer- en wintertemperauur
Slide 10 - Quiz
De klimaatzones
Slide 11 - Slide
poolklimaat
Het hele jaar is het er koud.
Er is het hele jaar neerslag; meestal sneeuw.
Er groeit alleen wat mos of grassen.
Slide 12 - Slide
zeeklimaat
koele zomers en warme winters
hele jaar neerslag
er groeien vooral loofbomen.
je hebt 4 seizoenen
Slide 13 - Slide
landklimaat
er zijn koude winters en hete zomers
er zijn 4 seizoenen.
er groeien loofbomen en naaldbomen
Slide 14 - Slide
tropisch klimaat
Het is er altijd warmer dan 18 graden
Er is veel regen of je hebt er het regenseizoen.
Er groeit tropisch regenwoud of grassen, struiken en loofbomen.
Slide 15 - Slide
woestijn klimaat
Het is er heel droog
Het is er heel erg warm.
Er groeien alleen wat struiken en planten die goed tegen de droogte kunnen.
Slide 16 - Slide
Aan het werk
timer
1:00
Slide 17 - Slide
A
Droog klimaat
B
Poolklimaat
C
Gematigd klimaat
D
Tropisch klimaat
Slide 18 - Quiz
A
Poolklimaat
B
Tropisch klimaat
C
Droog klimaat
D
Gematigd klimaat
Slide 19 - Quiz
A
Droog klimaat
B
Tropisch klimaat
C
Poolklimaat
D
Gematigd klimaat
Slide 20 - Quiz
A
tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Pool klimaat
D
Landklimaat
Slide 21 - Quiz
Welk klimaat heeft Nederland?
Slide 22 - Open question
Hoofdstuk 3: klimaten les 2
KLIMAATGRAFIEKEN
Slide 23 - Slide
Lesinhoud
Leerdoel
Ik kan de juiste klimaatgrafiek bij een klimaat kiezen.
Lesactiviteiten
Uitleg over klimaatgrafieken.
Aan het werk aan de voorbereiding van de toets of de folder.
Toetsvoorbereiding: 3.1 nakijken en 3.2 maken.
Slide 24 - Slide
klimaatgrafieken
Maanden van het jaar.
Neerslag
temperatuur
Slide 25 - Slide
poolklimaat
Het hele jaar is het er koud.
Het hele jaar valt er neerslag, meestal sneeuw.
Er groeien alleen wat mossen of grassen.
Slide 26 - Slide
zeeklimaat
Koele zomers en warme winters
Het hele jaar neerslag.
er groeien vooral loofbomen.
Je hebt 4 seizoenen.
Slide 27 - Slide
landklimaat
Er zijn koude winters en hete zomers.
Er zijn 4 seizoenen.
Er groeien loofbomen en naaldbomen.
Slide 28 - Slide
tropisch klimaat
Het is er altijd warmer dan 18 graden
Er is veel regen of je hebt er het regenseizoen.
Er groeit tropisch regenwoud of grassen, struiken en loofbomen.
Slide 29 - Slide
woestijn klimaat
Het is er heel droog.
Het is er heel erg warm.
Er groeien allen struiken en planten die goed tegen de hitte kunnen.