H11.2 Bewegen en energie

1 / 26
next
Slide 1: Video
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Vandaag
Uitleg 11.2
Lesdoelen:
Je leert wat arbeid inhoudt
Je leert wat zwaarte-energie is
je leert wat bewegings-energie is
je leert hoe je bovenstaande kunt berekenen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Kracht en Arbeid


Arbeid (symbool W van "Work") vertelt je hoeveel moeite je moet doen om een voorwerp te verplaatsen. 
Die "moeite" is een vorm van energie

Slide 4 - Slide

Arbeid
Als je spullen naar boven sjouwt, kost dat.....
MEER/MINDER moeite als het zwaarder is
MEER/MINDER moeite als ik hoger moet

Slide 5 - Slide

Arbeid
een beweging door een kracht over een bepaalde afstand



W= Arbeid (J)
F= Kracht (N)
s= afstand (m)

W=Fs

Slide 6 - Slide

Newtonmeter en Joule
De eenheid van Arbeid is Nm 
Nm staat voor Newton x meter 

Elke Joule die nuttig gebruikt wordt is 1 Newtonmeter arbeid. 

1 Nm = 1 J
1J = 1 Nm

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Voorbeeld
Een auto rijdt 500 m. Tijdens het rijden oefent de motor een voortstuwende kracht van 1000 N uit. Bereken hoeveel arbeid de motor dan heeft geleverd.

F = 1000N    s=500m 
W= Fxs
W= 1000N x 500m
W= 500000J (Nm)
W= 500 kJ

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Zwaarte energie



Zorg ervoor dat je m invult in kg!

g is 10 m/s^2 en Ez in Joule

Ez=mgh

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

voorbeeld
Hoeveel zwaarte energie krijgt een appel van 100 gram wanneer je hem  1,00 meter optilt?

Slide 14 - Slide

Oplossing




de zwaarte-energie bedraagt 1,0 J

Ez=mgh
Ez=0,100101,00
Ez=1,00J

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

bewegingsenergie



m is weer in kg en v in m/s!

Ek=0,5mv2

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Nu zelf proberen

Eva springt van een hoge duikplank af. De hoogte van deze duikplank is 4,0 meter. Haar massa bedraagt 55 kg.


Bereken met welke snelheid (in km/h) ze in het water komt.

Alle wrijvingskrachten mogen worden verwaarloost.

Slide 21 - Slide

ordenen

h = 4,0 m

m = 55 kg

g = 10 m/s^2   (want we bevinden ons op de aarde)

Slide 22 - Slide

plannen

Zwaarte energie wordt omgezet in bewegingsenergie.

Beginsituatie: 100% zwaarte energe en 0% bewegingsenergie

Eindsituatie: 0% zwaarte energe en 100% bewegingsenergie

Slide 23 - Slide

uitvoeren

Ek = Ez

 0,5·m·v^2 = m·g·h        beide kanten delen door m

0,5·v^2 = 10 * 4               beide kanten vermeniguldigen met 2

v^2 = 80                            beide kanten worteltrekken

                                  = 8,944 m/s ==> · 3,6 = 32 km/h           

 
v=80

Slide 24 - Slide

Controle

Heb ik een formule opgeschreven?   ja

Heb ik alles in juiste eenheid staan?   ja

Is het antwoord logisch? 32 km/h is aan de hoge kant, maar dat komt omdat we wrijvingskrachten mochten verwaarlozen. Dus op zich geen gekke waarde.

Slide 25 - Slide

Vandaag heb je geleerd

Wat arbeid inhoudt
Wat zwaarte-energie is
Wat bewegings-energie is
Hoe je bovenstaande kunt berekenen

W=Fs
Ek=0.5mv2
Ez=mgh

Slide 26 - Slide