Dinsdag/Donderdag 9/10 mei bron D deel 2

Bonjour tout le monde!
  • Jassen uit 
  • mobieltjes in je tas!!!
  • Werkboek B op tafel.
  • Pen en papier + nieuwe map
  • Als de timer is afgelopen begint de les.
timer
3:00
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bonjour tout le monde!
  • Jassen uit 
  • mobieltjes in je tas!!!
  • Werkboek B op tafel.
  • Pen en papier + nieuwe map
  • Als de timer is afgelopen begint de les.
timer
3:00

Slide 1 - Slide

Leerdoel 1
a: Je weet wat een ontkenning is.
b: Je weet hoe een ontkenning opgebouwd is in het Frans.
c: Je weet hoe je de ontkenning moet plaatsen in de zin.

Slide 2 - Slide

NL

ik eet geen vlees.
ik houd niet van groente.
ik heb niets gegeten in de stad.
ik ga nooit naar de bioscoop.
Ik werk niet meer bij AH.
Ik werk nog niet bij de Aldi.
F

Je ne mange pas de viande.
Je n'aime pas les légumes.
Je n'ai rien mangé en ville.
 Je ne vais jamais au cinéma.
Je ne travaille plus chez AH.
Je ne travaille pas encore chez Aldi.

Slide 3 - Slide

b: ne .... pas / plus / jamais / pas encore / rien
In het Frans bestaat een ontkenning altijd uit 2 delen.

Je fais mes devoirs de français.
Je ne fais pas / plus / jamais / pas encore / rien mes devoirs.


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

ne + persoonsvorm + pas / rien etc.
de ontkenning OMARMT de persoonsvorm.
Je mange des bonbons.
Je ne mange pas de bonbons.
Je suis allé au cinéma.
Je ne suis pas allé au cinéma.'

Slide 6 - Slide

Stappenplan
1. zoek de persoonsvorm van de zin.
2. begint je persoonsvorm met een klinker of een h? 
Ja => plaats n' vóór de persoonsvorm
nee => plaats ne vóór de persoonsvorm
3. plaats de rest van de ontkenning áchter de persoonsvorm.

Slide 7 - Slide

Leerdoel 2
je kent de ontkenningen ne ... pas/ ne ... jamais / ne ... plus / ne ... rien / ne ... pas encore

Slide 8 - Slide

NL

niet / geen
niets
nooit
niet meer
nog niet
F

ne ... pas
ne ... rien
ne ... jamais
ne ... plus
ne ... pas encore

Slide 9 - Slide

ww. op -er

je donne
tu donnes
il/elle/on donne

nous donnons
vous donnez
ils/elles donnent
aller

je vais
tu vas 
il/elle/on va

nous allons
vous allez
ils/elles vont

Slide 10 - Slide

Les devoirs
17 a,b,c,d


Slide 11 - Slide

Bron B
ex. 9a, 10a,b,c

11a,b + 12a

Slide 12 - Slide

Devoirs
à faire: 9a, 10a,b,c
11a,b + 12a
 
à apprendre: woordjes bron B leren (N-F / F-N)

Zie de SAMENVATTING in TEAMS voor Quizlet + filmpjes

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide