This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Grootheid
Eenheid
Spanning
U
volt
V
Stroomsterkte
I
ampère
A
Weerstand
R
ohm
Geleidbaarheid
G
siemens
S
Vermogen
P
watt
W
Energie
Energie
Ω
Slide 1 - Slide
Elektrische energie op 2 manieren
E=P⋅t
E=P⋅t
joule=watt⋅seconde
J=W⋅s
kilowattuur=kilowatt⋅uur
kWh=kW⋅h
Slide 2 - Slide
Elektrische energie op 2 manieren
E=P⋅t
E=P⋅t
joule=watt⋅seconde
J=W⋅s
kilowattuur=kilowatt⋅uur
kWh=kW⋅h
3600000J=1kWh
1000W=1kW
3600s=1h
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Energie
Vermogen
Joule
Kilowattuur
Watt
Kilowatt
Slide 5 - Drag question
Energie in joule bereken, dan gebruik ik:
Energie in kWh bereken, dan gebruik ik:
tijd in uur
tijd in seconde
Vermogen in W
Vermogen in kW
Slide 6 - Drag question
Kies de juiste afkorting van de grootheid.
Snelle ronde!
Slide 7 - Slide
Weerstand
A
U
B
I
C
R
D
G
Slide 8 - Quiz
Spanning
A
U
B
I
C
P
D
G
Slide 9 - Quiz
Vermogen
A
E
B
I
C
P
D
G
Slide 10 - Quiz
Geleidbaarheid
A
E
B
I
C
P
D
G
Slide 11 - Quiz
Kies de juiste eenheid bij de grootheid
Snelle ronde!
Slide 12 - Slide
Weerstand
A
ampere
B
watt
C
ohm
D
siemens
Slide 13 - Quiz
Stroomsterkte
A
ampere
B
watt
C
joule
D
siemens
Slide 14 - Quiz
Energie
A
kilowatt
B
watt
C
joule
D
siemens
Slide 15 - Quiz
Vermogen
A
kilowatt
B
watt
C
volt
D
siemens
Slide 16 - Quiz
Welke energiebron gebruiken wij het meest?
A
Wind energie
B
Zonne-energie
C
Biomassa
D
Aardolie
Slide 17 - Quiz
Wat is rendement?
A
Het deel van de energie dat niet nuttig wordt gebruikt
B
Het deel van de energie dat verloren gaat
C
Het deel van de energie dat omzet in een andere vorm van energie
D
Het deel van de energie dat nuttig wordt gebruikt
Slide 18 - Quiz
Het zonlicht dat op een zonnepaneel valt heeft een vermogen van 1200 W. Het zonnepaneel vangt zonlicht op en produceert 300 Watt aan elektrisch vermogen. Wat is het rendement?
A
25%
B
33%
C
300%
D
10%
Slide 19 - Quiz
Bekijk de afbeelding hiernaast. Wat is het rendement van deze geiser?
A
80%
B
26%
C
74%
D
36%
Slide 20 - Quiz
Een gloeilamp levert 20J aan warmte. Het rendement is 30%. Hoeveel energie wordt verbruikt?
A
20 x 0,30 --> 6,0 J
B
20 / 0,30 --> 67 J
C
20 x 0,70 --> 14 J
D
20 / 0,70 --> 29 J
Slide 21 - Quiz
4,0 J van 6,5 J energie wordt omgezet in warmte door een lamp. Wat is het rendement van de lamp?
A
171%
B
38%
C
62%
D
15%
Slide 22 - Quiz
Water heeft c = 4,2 J / (g °C). Hoeveel energie is nodig om 1,5 L water van 20 ° C naar 100 °C te verwarmen?
A
504 kJ
B
504 J
C
6,3 kJ
D
416 J
Slide 23 - Quiz
Welke duurzame energiebron gebruiken wij het meest?