OPDRACHT PORTRET

portret
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

portret

Slide 1 - Slide


Een portret is een afbeelding van een gezicht. 
Deze kan getekend, geschilderd, 
gefotografeerd of geboetseerd zijn. 

Kennen jullie voorbeelden van beroemde portretten?

Slide 2 - Slide

Het meisje met de parel
Johannes Vermeer 
Mona Lisa
Leonardo DaVinci

Slide 3 - Slide

Zelfportret
Vincent van Gogh
Marilyn Monroe
Andy Warhol

Slide 4 - Slide

Opdracht 1
Teken in 3 minuten 
een portret. 

timer
3:00

Slide 5 - Slide

De meest gemaakte fouten bij het tekenen van een portret:

  • Ogen te hoog
  • Neus te lang
  • Wenkbrauwen vergeten
  •  Oren te klein
  • Geen ruimte voor de haargrens
  • Bananen lippen
  • Heel dun haar

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Opdracht 2
Teken een portret aan de hand van het stappenplan. Dit hoeft geen zelfportret te zijn.

Werk je portret uit in zwart/wit en met schaduwen.

Slide 8 - Slide

Eisen opdracht 2

  • A4 papier is voor 3/4 gevuld
  • In zwart/wit met tekenpotlood 
  • Kloppende verhoudingen
  • Schaduwwerking 

Slide 9 - Slide

VERHOUDINGEN

Ieder gezicht heeft individuele trekken. 
De neus is bij de een wat langer, bij de ander wat breder. Ondanks deze verschillen kun je toch zeggen dat er algemene verhoudingen zijn die bij het portrettekenen van pas komen. 

Een gezicht is bijvoorbeeld symmetrisch, de linker- en rechterhelft zijn nagenoeg elkaars spiegelbeeld. 
Hoe dit precies zit leer je in de volgende opdrachten. 

Slide 10 - Slide

Voordat we beginnen eerst een klein stukje over verhoudingen.
-De ogen zitten in het midden van het gezicht.
-De neus zit op de helft van de onderste helft van het gezicht.
-De haarlijn zit op de helft van de bovenste helft van het gezicht.
-De lippen zitten onder de neus, net een beetje boven het midden.

Slide 11 - Slide

Oefening verhoudingen in gezicht 


Gebruik geodriehoek of liniaal of stukje touw
(op A4 papier)

1. Teken eerst een verticale lijn, voor hoe hoog je het hoofd wil maken.
2: Teken een ei vorm: De basis van je gezicht. Wat breder van boven en smaller van onder.
4: Deel het ei door de helft, door precies in het midden, een verticale streep te tekenen.
5: Teken ook een horizontale streep precies in het midden.
6: Deel de onderste helft van het gezicht ook weer in twee gelijke helften.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Plat vs. plastisch

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Beeldbegrippen onthouden
- Symmetrisch: twee gelijke helften
- Asymmetrisch: twee ongelijke helften
- Verhoudingen: proporties, onderling maten/ verband
- Plat: contouren en egale vlakken
- Plastisch: ruimtelijk door schaduwen, licht-donker
- En face: voorkant
- (En profil: van de zijkant)
- (Trois quart: driekwart)

Slide 16 - Slide

EXTRA: Fotografie opdracht 
  • Maak groepjes van 3 of 4 leerlingen.
  • Kies 3 emoties uit en laat per foto 1 emotie zien met de situatie waarin de emotie is ontstaan. Je fotografeert dus een scene.
  • Je maakt per groepje 3 foto’s.
  • Lever de foto’s in via de Padlet.
  • Aan het einde van de les bekijken we samen de foto’s.


Slide 17 - Slide

Emoties 
  • Angst
  • Blijdschap
  • Boosheid
  • Walging
  • Verdriet
  • Verbazing

Slide 18 - Slide