9.3 Zelftoets, het weer en de Russen



9.3 Zelftoets, het weer en de Russen


1 Planning en agenda
2 Quizje
3 Nabespreken 9.3 C 
4 Zelftoets 9.3 D













































m.marinus@singelland.nl



5 Pauze
6
Het weer en de Russen?
6 Zelfstandig werken
5 Afsluiten met Plenda!



Welkom!
Je herkent:
  • opsommingen en herhalingen
  • letterlijk en figuurlijk taalgebruik
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



9.3 Zelftoets, het weer en de Russen


1 Planning en agenda
2 Quizje
3 Nabespreken 9.3 C 
4 Zelftoets 9.3 D













































m.marinus@singelland.nl



5 Pauze
6
Het weer en de Russen?
6 Zelfstandig werken
5 Afsluiten met Plenda!



Welkom!
Je herkent:
  • opsommingen en herhalingen
  • letterlijk en figuurlijk taalgebruik

Slide 1 - Slide

Kies uit: letterlijk, figuurlijk of een taalgrapje

De duiker was diep gezonken.
A
letterlijk
B
figuurlijk
C
taalgrapje

Slide 2 - Quiz

Letterlijk of figuurlijk?
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 3 - Quiz

Letterlijk of figuurlijk?

Een stalen spijker.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 4 - Quiz

Moet je een spreekwoord
letterlijk of figuurlijk nemen?
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 5 - Quiz

Figuurlijk of letterlijk?

Het hart op de tong
A
figuurlijk
B
letterlijk

Slide 6 - Quiz

Letterlijk of figuurlijk?
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 7 - Quiz

Letterlijk of figuurlijk?

Een zoet kind.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 8 - Quiz

Letter of figuurlijk?
Ik heb overal schijt aan!
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 9 - Quiz

Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 10 - Quiz

LETTERLIJK
FIGUURLIJK

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Link

Slide 13 - Link

Pauze
    Pauze 

Slide 14 - Slide

Weer een mysterie - waar was het weer gister? En: wat hebben de Russen ermee te maken? Google maar even.
timer
3:00

Slide 15 - Slide

Wat?
Maak de vragen van 9.3 E of F
Hoe?
In learnbeat, met een toetsenbord. Zachtjes overleggen mag ook.
Hulp
Je mag me altijd vragen. Je buurman of -vrouw mag ook.
Tijd
Totdat ik spontaan in mijn handen klap.
Klaar?
Echt niet! Toch wel? Vertel het me. Daarna: 9.3 E en F
Zelfstandig werken

Slide 16 - Slide

Agenda - Plenda
Huiswerk:
Maak de vragen van 9.3 E of F



Je herkent:
  • opsommingen en herhalingen
  • letterlijk en figuurlijk taalgebruik

Slide 17 - Slide

5. Welk moeilijk woord past bij de betekenis:
"geluiden maken van pijn of verdriet'
A
Bedreigen
B
Huilen
C
Kermen
D
Overdrijven

Slide 18 - Quiz