9.3 D: Zelftoets en Anne-Fleur vakantie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 1

9.3 Zelftoets stijlfiguren/tekstverbanden

1 Planning en agenda

2 Quizje

3 Nabespreken 9.2 B en C
4 Anne-Fleur

[e-mail]

5 Zelftoets

6 Zelfstandig werken

7 Afsluiten met plenda

 

Welkom!

• Signaalwoorden passend gebruiken.

• Stijlfiguren:
  herhaling; opsomming; tegenstelling en overdrijving herkennen.

Wat is een signaalwoord

Wat zijn signaalwoorden?

1. Woorden die verbanden tussen zinnen/alinea's leggen
2. Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
3. Woorden die iets zeggen over het deelonderwerp
4. Woorden die extra informatie geven

Waarom zou een schrijver kiezen voor herhaling en overdrijving in een tekst?

1. Om de lezer te informeren
2. Om de lezer te overtuigen
3. Om de lezer te amuseren
4. Om haar mening te benadrukken

Welk stijlfiguur zie
je in regel 1 en 2?

1. tegenstelling
2. opsomming
3. herhaling
4. overdrijving

Ik ga graag op vakantie naar Italië, maar ik houd niet van pizza's.

1. opsomming
2. tegenstelling
3. reden

Ik heb drie geiten, omdat ik geen pinguins in de tuin kan houden.

1. opsomming
2. tegenstelling
3. reden

"Dat kan vervelend, maar ook erg gevaarlijk zijn."
In deze zin staat...

1. Een opsomming
2. Een reden
3. Een tegenstelling

Ik sta hier al eeuwen te wachten.

1. Overdrijving
2. Herhaling

Kijken, kijken, niet kopen.

1. Overdrijving
2. Herhaling

inloggen.learnbeat.nl

Opdrachtje:

Schrijf zoveel mogelijk tegenstellingen, herhalingen, opsommingen en overdrijvingen op die je ziet/hoort.

inloggen.learnbeat.nl

Upload hier lyrics met een herhaling, een opsomming, een tegenstelling of herhaling.

Wat?	Maak de vragen van 9.3 E of F
Hoe?	In learnbeat, met een toetsenbord. Zachtjes overleggen mag ook.
Hulp	Je mag me altijd vragen. Google is ook je beste vriend.
Tijd	Totdat ik spontaan in mijn handen klap.
Klaar?	Echt niet! Toch wel? Vertel het me. Daarna: allebei!

Zelfstandig werken

Agenda - Plenda

Huiswerk:

Maak de vragen van 9.3 E of F.

• Signaalwoorden passend gebruiken.

• Stijlfiguren:
  herhaling; opsomming; tegenstelling en overdrijving herkennen.