Politieke stromingen TL + H4. Kabinet en Parlement

1 / 41
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Noem een kenmerk van en politieke partij!

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wie zitten er ook alweer in Kabinet- Rutte IV en zaten er ook in Rutte III?
A
VVD-D66-CDA-CU
B
Pvda-GroenLinks-VVD
C
GroenLinks- VVD- SP
D
VVD-Fvd-PPV

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Progressieve partijen zijn....
A
Veranderingsgezing en vernieuwend.
B
Behoudend en willen economische vrijheid.
C
Vechten voor de rijken in de samenleving.
D
Willen minder belasting.

Slide 9 - Quiz

Conservatieve partij wil...
A
Vernieuwing.
B
Alles houden zoals ze altijd waren.
C
Meer belasting.
D
Beter klimaat.

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Liberaal= economische vrijheid is heel belangrijk en de overheid moet terughoudend zijn. 

Slide 14 - Slide

De overheid moet zich zoveel mogelijk bemoeien met grote bedrijven.
Liberaal? Juist of onjuist?

Slide 15 - Open question

Ecologische stroming= bij deze stroming staan de natuur en het milieu centraal.  

Slide 16 - Slide

GroenLinks wil dat er meer belasting komt op vleesproducten.
Ecologisch? Juist of onjuist?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Wie zitten er in het Kabinet?
A
Ministers en koning
B
Ministers en staatsecretarissen
C
Koning en staatssecretarissen
D
Ministers en leraren

Slide 20 - Quiz

Wie zitten er in de regering?
A
Ministers en staatsecretarissen
B
Koning met ministers
C
Staatsecretarissen
D
Koning

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Welke taken heeft een ministerie?

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Welke taken heeft het parlement?

Slide 28 - Open question

Zo mogen Kamerleden om ministers te controleren vragen per brief stellen. Dringend? Kan het mondeling! 

Slide 29 - Slide

Ook kan een Kamerlid zijn mening over een gebeurtenis (een motie). Hiermee wil hij de minister aan het denken zetten, iets vragen of juist een reactie uitlokken.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Welke partijen zaten er ook alweer in het Kabinet?
A
Pvda-CDA-VVD-D66
B
D66-VVD-CDA
C
VVD-D66-CU-CDA
D
PVV-Fvd-VVD

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide

De Tweede Kamer moet dus vertrouwen hebben in een kabinet. Als er geen vertrouwen meer is, dan ‘valt’ het kabinet.

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Video