230605 1D Trappen van vergelijking

1D: Trappen van vergelijking
Leg klaar: 
- leesboek
- lesboek
- schrift / pen
- chromebook

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1D: Trappen van vergelijking
Leg klaar: 
- leesboek
- lesboek
- schrift / pen
- chromebook

Slide 1 - Slide

WAT GAAN WE DOEN?
  • Lezen
  • Huiswerk bw
  • Trappen van vergelijking

Slide 2 - Slide

LESDOEL
Aan het einde van de les:
  • Kun je bijwoorden herkennen in een zin. 
  • Kun je  onderscheid maken tussen bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. 
  • Kun je trappen van vergelijking gebruiken in combinatie met als en dan en het juiste persoonlijk voornaamwoord. 

Slide 3 - Slide

VOLGORDE LES VANDAAG
  • Lestijd 50 minuten
  • 00:00 - 00:05 Welkom
  • 00:05 - 00:20 Lezen in leesboek
  • 00:20 - 00:45 Lesthema
  • 00:45 - 00:50 Afsluiting les + Plenda

Slide 4 - Slide

LEZEN IN JE LEESBOEK
timer
15:00

Slide 5 - Slide

BIJWOORDEN (bw)
Bijwoordelijke bepaling - 1 woord?                                 Bijwoord!

p. 226 - opdracht 1
p. 227 - opdracht 6

Slide 6 - Slide

Opdracht 1
  • 1 Agressieve honden zouden altijd gemuilkorfd moeten worden.
  • 2 In de sloot zwemmen allemaal kleine kikkervisjes.
  • 3 Helaas is op Hawaï de vulkaan opnieuw uitgebarsten.
  • 4 Regelmatig zoenen Jussuf en Sara stiekem in de fietsenkelder.
  • 5 Hoe werkt onze nieuwe printer eigenlijk?
  • 6 Onlangs heb ik een interessante film over de veelvraat gezien.


Slide 7 - Slide

p. 227
opdracht 6

Slide 8 - Slide

Trappen van vergelijking

Slide 9 - Slide

Trappen van vergelijking
Je stelt iets vast.
Je maakt het groter
Je overtreft alles

Slide 10 - Slide

Stellende trap
dik
klein
lief
leuk
aardig
mooi
duur
veel

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Als of dan
Gebruik dan:
- bij een vergotende trap: meer dan, kleiner dan, mooier dan
- bij ander, andere en anders: het is anders dan ik dacht.

Gebruik als:
- bij net zo en even: net zo groot als, even mooi als
- bij niet zo: niet zo groot als
- bij drie keer, vier keer zo: vier keer zo groot als..

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

AAN DE SLAG
Maken p. 241
Opdracht 1 en 2
ONLINE
timer
14:00

Slide 15 - Slide

EVEN HERHALEN

Lesdoel: Aan het einde van de les:
  • Kun je bijwoorden herkennen in een zin.
  • Kun je onderscheid maken tussen bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden.
  • Kun je trappen van vergelijking gebruiken in combinatie met als en dan en het juiste persoonlijk voornaamwoord. 

Slide 16 - Slide

HUISWERK
Maken p. 241
Opdracht 1 en 2

ONLINE
Dinsdag 6 juni

Slide 17 - Slide