What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Verkeersborden
verkeersborden
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Verkeer
Basisschool
Groep 7
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
verkeersborden
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Je moet hier.........
Slide 8 - Slide
Je mag hier niet.........
Slide 9 - Slide
Voorrangbord
Slide 10 - Slide
Pas op.........
Slide 11 - Slide
Kijk hier is...........
Slide 12 - Slide
A
Huppelen is niet toegestaan
B
Je mag hier niet alleen over straat
C
Kijk uit voor gevaarlijke mannen
D
Je mag hier niet lopen
Slide 13 - Quiz
A
Je moet hier de richting van de pijlen volgen.
B
Je moet hier draaien
C
Je moet hier omkeren
Slide 14 - Quiz
A
Let op douane
B
Je mag de straat niet van deze kant inrijden
C
Je moet hier stil staan
D
Pas op tegenligger
Slide 15 - Quiz
A
Let op! verkeer van rechts.
B
Verplichte rijrichting naar rechts.
Slide 16 - Quiz
Wat betekend dit bord meerdere antwoorden mogelijk
A
Let op het overige verkeer
B
Je nadert een voorrangsweg.
C
Het verkeer van links en rechts heeft voorrang
D
Hier mag je niet verder rijden
Slide 17 - Quiz
Wat betekent dit onderbord
A
Hier mag je niet in met de fiets
B
Hier mag je je fiets neerzetten zonder trappers
C
Hier mag je de straat wel in fietsen
D
Alle fietsen mogen, uitgezonderd de herenfiets
Slide 18 - Quiz
Wat betekend dit bord
A
Je moet voorrang krijgen als je op deze weg fietst
B
Je rijdt op een voorrangsweg En rijgt dus voorrang
C
Je geeft hier voorrang
D
Er ligt een spiegel ei op de weg
Slide 19 - Quiz
Wat betekend dit bord
A
Je moet hier alleen rechtdoor
B
Kijk, hier is een eenrichtingsstraat
C
Je moet hier in rijden
D
Je mag hier alleen met de auto rijden
Slide 20 - Quiz
Vraag 1
Wat moet de fietser hier doen?
A
Doorrijden, want hij moet voorrang krijgen van iedereen die van links of rechts komt.
B
Eerst goed opletten op de auto voor hem stopt en dan doorfietsen.
C
Voorrang geven aan de auto.
Slide 21 - Quiz
Vraag 2
Stel, je fietst op het fietspad. Wat weet je dan?
A
Je moet voorrang krijgen van iedereen die van links en rechts komt rijden.
B
Je moet voorrang geven aan iedereen die van links en rechts komt rijden.
C
Je moet voorrang krijgen van iedereen die van rechts komt rijden.
Slide 22 - Quiz
Vraag 3
Aram komt hier aanfietsen. Waar zou hij moeten fietsen?
A
Op het fietspad, want dat is verplicht.
B
Op het fietspad, want dat is veiliger.
C
Op de weg, want daar heeft hij ruimte.
Slide 23 - Quiz
Vraag 4
Stel, je fietst en je komt dit bord tegen. Wat doe je dan?
A
Je stapt van de fiets en loopt verder.
B
Je fietst verder op de weg.
C
Je draait je om, want je mag hier niet verder fietsen.
D
Je fietst verder op het fietspad.
Slide 24 - Quiz
Vraag 5
Het is slecht weer. Hoe zorgen de kinderen dat ze beter opvallen? Er zijn meerdere antwoorden goed.
A
De felgekleurde, reflecterende kleding te dragen.
B
Met goede fietsverlichting.
C
Met een goed werkende bel.
D
Door donkere kleding te dragen.
Slide 25 - Quiz
Dit onderbord zegt....
Slide 26 - Open question
Slide 27 - Slide
More lessons like this
Verkeer herkansing 2024
March 2024
- Lesson with
14 slides
Verkeer
Basisschool
Groep 7
Verkeer herkansing 2024
April 2024
- Lesson with
14 slides
Verkeer
Basisschool
Groep 7
Verkeer
March 2024
- Lesson with
12 slides
Verkeer
Basisschool
Groep 7
Verkeer
March 2024
- Lesson with
12 slides
Verkeer
Basisschool
Groep 7
Verkeer
April 2024
- Lesson with
12 slides
Verkeer
Basisschool
Groep 7
Verkeer
March 2024
- Lesson with
12 slides
Verkeer
Basisschool
Groep 7
Verkeer
October 2024
- Lesson with
12 slides
Verkeer
Basisschool
Groep 7
Verkeer
June 2024
- Lesson with
12 slides
Verkeer
Basisschool
Groep 7