This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Stillezen
timer
15:00
timer
3:00
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Planning
Hoofdzaken en bijzaken
Opdrachten maken over de hoofdgedachte in een tekst
- Leesvaardigheid
Ik kan hoofdzaken en bijzaken onderscheiden in een tekst.
Slide 3 - Slide
Wat is het verschil tussen onderwerp en hoofdgedachte?
timer
4:00
Slide 4 - Open question
HOOFDZAKEN
- Alle belangrijke zaken die over een onderwerp worden gegeven.
- Hoofdzaken lees je vaak in de inleiding, in het slot en in de kernzin van elke alinea.
- Tussenkopjes en anders gedrukte woorden kunnen ook helpen om hoofdzaken te vinden.
Slide 5 - Slide
BIJZAKEN
- De minder belangrijke informatie over het onderwerp.
- Bijzaken kun je weglaten in een tekst, het belangrijkste blijft over.
Slide 6 - Slide
Wat is de hoofdzaak? De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw de Jong voor haar honderdste verjaardag. Mevrouw de Jong woont in een verzorgingshuis.
_____________________
A
De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw de Jong voor haar honderdste verjaardag.
B
Mevrouw de Jong woont in een verzorgingshuis.
Slide 7 - Quiz
Wat is de hoofdzaak? Alle leerlingen van klas twee hebben voor de herfstvakantie de boswachter geholpen. De leerlingen moesten op de fiets naar het bos. In het bos werden ze in groepen ingedeeld.
________________
A
Alle leerlingen van klas twee hebben voor de herfstvakantie de boswachter geholpen.
B
De leerlingen moesten op de fiets naar het bos.
C
In het bos werden ze in groepen ingedeeld.
Slide 8 - Quiz
Wat vertel je als je kort wilt vertellen waar een tekst over gaat?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken
Slide 9 - Quiz
Hoofd- en bijzaken. Wat is een hoofdzaak eigenlijk?
A
Hoofdzaken geven de belangrijke informatie over het onderwerp van de tekst.
B
Hoofdzaken geven minder belangrijke informatie.
C
Hoofdzaken maken de tekst iets duidelijker
D
Hoofd- en bijzaken bestaan niet.
Slide 10 - Quiz
Wat zijn bijzaken?
A
Details
B
Voorbeelden
C
Uitleg
D
Voordelen
Slide 11 - Quiz
Bijzaken moet je weg kunnen laten in een tekst.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Welke uitspraak over hoofd- en bijzaken is juist?
A
Hoofdzaken zijn belangrijk, bijzaken niet
B
Bijzaken zijn belangrijk, hoofdzaken niet
Slide 13 - Quiz
Opdrachten bij hoofdgedachte van een tekst.
1. Ga naar het pdf-document.
2. Ga naar pagina 2 en klik op het linkje "Theorie en opdrachten 'hoofdgedachte' ".
3. Noteer alles wat je maakt in je digitale schrift!