Rekenen aan reacties (hfd4.4, V4, Chemie)

4.4 Rekenen aan reacties
Schriften en pennen op tafel
Laptops
1 / 18
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

4.4 Rekenen aan reacties
Schriften en pennen op tafel
Laptops

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Samen oefenen
  • Poster opdracht
  • Eigenwerk

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uit de reactievergelijking afleiden in welke molverhouding stoffen met elkaar reageren 
  • Je kunt rekenen aan reacties met de molverhouding uit de reactievergelijking

Slide 3 - Slide

Vraag over reactievergelijkingen opstellen
A

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Drag question

Vraag over molverhoudingen (rekenen)
A

Slide 6 - Quiz

Vraag over wet van behoud van massa
A

Slide 7 - Quiz

Massaverhouding 
  • Waterstofchloride + ammoniak --> salmiak
  •               15g                  :       7,0g            :        22g
  • 1 HCl                            + 1 NH3            --> 1 NH4Cl    per molecuul
  • 36,461 u                      :   17,031u          :   53,491u     per molecuul
  • 36,461g                       :   17,031g          :   53,491g     per mol stof
  • 36,461*0,411=15       17,031*0,411=7    53,491*0,41=22
  • De verhouding tussen de massa's is dus hetzelfde in "g" en "u".
  • De verhouding aantallen moleculen en aantallen mol is ook gelijk. 

Slide 8 - Slide

Stoichiometrische verhouding

  • De verhouding aantallen moleculen en aantallen mol is ook gelijk. 
  • Aantallen moleculen wordt weergegeven met coëfficiënten
  • 1 C3H8 + 5 O2 --> 3 CO2 + 4 H2O
  • 1 mol C3H8 + 5 mol O2 --> 3 mol CO2 + 4mol H2O
  • Vanuit chemische hoeveelheden kunnen we massa's berekenen (en omgekeerd).

Slide 9 - Slide

Stoichiometrische verhouding
  • Rekenvoorbeeld: Hoeveel gram CO2 ontstaat bij verbranding van 15g propaan?
  • 1 C3H8 + 5 O2 --> 3 CO2 + 4 H2O
  • De massaverhouding van de reactie ken je niet. Dus een kruistabel zoals in de derde klas kan niet. 
  • Je kunt wel uitrekenen, hoeveel mol ("pakken suiker") propaan er in 15g zitten.
  • Dan kun je uitrekenen hoeveel mol ("pakken suiker") CO2 dus ontstaat.


Slide 10 - Slide

Hoeveel gram CO2 ontstaat bij verbranding van 15g propaan?

  • 1 C3H8 + 5 O2 --> 3 CO2 + 4 H2O
  • M(C3H8) = 44,1g/mol
  • n = m/M = 15g/44,1g/mol = 0,34mol propaan
  • Vanuit de reactievergelijking 1 C3H8 : 3 CO2
                                                                     0,34 mol C3H8 : 1,02 mol CO2
  • M(CO2) = 44,010 g/mol
  • m = n*M = 1,02 mol * 44,010g/mol = 44,9g = 45g



Slide 11 - Slide

7 stappenplan (overschrijven!)
  1.  Stel de reactievergelijking op
  2. Welke stof is gegeven en welke stof wordt gevraagd?
  3. Leidt uit de reactievergelijking, de molverhouding af
  4. Bereken de hoeveelheid mol van de gegeven stof
  5. Bereken vanuit 3. en 4., de hoeveelheid mol van de gevraagde stof
  6. Reken de gevraagde stof om naar de massa in de gewenste eenheid
  7. Controleer! Juiste stof, juiste eenheid, juiste significantie?

Slide 12 - Slide

Transition question about overmat ondermat??

Slide 13 - Slide

Overmat en ondermat

Slide 14 - Slide

Oefenopgaven
Probeer zelf de volgende oefenopgaven te maken aan de hand van het stappenplan dat je net hebt overgeschreven.

Slide 15 - Slide

Hoeveel gram zilver ontstaat bij de ontleding van 18,3g zilverchloride?
A
4,53g
B
6,89g
C
9,05g
D
13,8g

Slide 16 - Quiz

Hoeveel gram zuurstof ontstaat bij de ontleding van 20,0g water?
A
2,22g
B
3,33g
C
17,8g
D
35,5g

Slide 17 - Quiz

Eigenwerk
  • Bestudeer de uitleg over “molverhouding” op blz 38 
  • Leer het 7-stappenplan uit je aantekeningen 
  • Bestudeer voorbeeldopdracht 2 
  • Maak opgave 4 + 7 van H1.4

Slide 18 - Slide