H1F spelling H3 + H4 les 3

timer
10:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

timer
10:00

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Ik kan:
  • meervouden die eindigen op -en correct spellen
  • meervouden van woorden die eindigen op -ee en -ie correct spellen
  • meervouden van woorden die eindigen op -s correct spellen
  • de verleden tijd van sterke werkwoorden correct spellen

Slide 3 - Slide

Quiz
Neem deze link over: https://LessonUp.app/invite/group/byvqq
(als je nog niet eerder bent ingelogd, kies je voor registreren)

Ga naar Havo1 Oefentoets spelling + ww-spelling H1 t/m H3 in LessonUp, die is klaargezet voor je.

Slide 4 - Slide

Meervouden op -en
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en.

voorbeeld: kast - kasten

Slide 5 - Slide

Soms moet je ook:
  • de laatste letter van ev verdubbelen: pot - potten 
  • een a, e, o of u weglaten: beer - beren
  • een -f veranderen in een -v: boef - boeven
  • een -s veranderen in een -z: huis - huizen

Slide 6 - Slide

Meervoud van woorden op -ee en -ie
• Als het enkelvoud eindigt op -ee, maak je het meervoud met -ën:
idee → ideeën; fee → feeën; trofee → trofeeën

• Als het enkelvoud eindigt op -ie, maak je het meervoud met -ën of met -n. Dit is afhankelijk van de klemtoon:
– als de klemtoon op -ie valt, dan voeg je -ën toe: theorie → theorieën
– als de klemtoon op een andere lettergreep valt, dan krijgt de laatste e een trema en voeg je alleen -n toe: olie → oliën

Slide 7 - Slide

Meervoud eindigend op -s
Sommige zelfstandig naamwoorden hebben een meervoud eindigend op -s.
  • je schrijft een -s achter het enkelvoud
café - cafés / passagier - passagiers

  • je schrijft 's achter het enkelvoud
* bij woorden op -a, -i, -o, -u, of -y: lolly - lolly's
* bij afkortingen: pc's, tv's

Slide 8 - Slide

Uitzondering
Woorden die eindigen op 2 of 3 klinkers die samen 1 klank vormen, schrijf je het meervoud -s.
etui - etuis / milieu - milieus

Slide 9 - Slide

Sterke werkwoorden
De sterke werkwoorden veranderen 
van klank als ze 
van tijd veranderen.

Slide 10 - Slide

PVVT (sterk ww) / d of t
Hoe weet je wanneer je een -d of een -t schrijft aan het einde van het werkwoord?

  • maak het woord langer (verlengproef)
  • voorbeeld: had - hadden

Slide 11 - Slide

Regels pvvt (sterk ww)
  • Schrijf het woord zo kort mogelijk.
  • Gebruik geen dubbele letters (-dd of -tt), behalve als dat nodig is voor de uitspraak.

Voorbeeld: hebben - had - hadden

Slide 12 - Slide

Huiswerk nakijken
We kijken het huiswerk zelfstandig na. Als je een vraag hebt, steek je je hand omhoog. Dan kom ik naar je toe.

H3 blz. 95 opdracht 4 (antwoordboek blz. 45)
H3 blz. 97 opdracht 2 + 3 (antwoordboek 46)
H4 blz. 125 opdracht 4 + 5 (antwoordboek 60)

Slide 13 - Slide

Hoe vind je zelf dat je gewerkt hebt?
A
:)
B
:|
C
:(

Slide 14 - Quiz

Huiswerk
Ma 13-09: lezen theorie H4 blz. 126
Di 14-09: lezen theorie H5 blz. 156
Vrij 17-09: maken
H4 blz. 127 opdr. 2 en 3
H5 blz. 157 opdr. 2 en 3

Slide 15 - Slide